Dat betoogde minister Jan Kees de Jager (Financiën) dinsdag tijdens een lezing aan de Humboldt-universiteit in Berlijn. „Als er twee landen zijn in de eurozone die logischerwijze schouder aan schouder moeten staan, dan zijn het wel Duitsland en Nederland”, zei De Jager.

Hij blikte ook terug op tijden dat Duitsland niet met Nederland, maar veel meer met Frankrijk samen optrok. In 2003 bijvoorbeeld, toen Fransen en Duitsers de Europese afspraken over begrotingstekorten en staatsschulden oprekten. „Nederland was daarover zeer teleurgesteld. En ik heb het sterke vermoeden dat ook Duitsland daar nu met gemengde gevoelens op terugkijkt.”

De Jager sprak dinsdag voorafgaand aan zijn lezing nog met zijn Duitse ambtgenoot Wolfgang Schäuble, onder andere over de financiële situatie in Griekenland. Na afloop zei De Jager dat hij in dit dossier met genoegen de rol van ‘bad cop’ speelt, zolang Duitsland Nederland maar steunt.

De Jager pleitte opnieuw voor nog verdergaande bezuinigingen, hervormingen en privatiseringen in Griekenland. Alleen dan zouden Europese banken gezamenlijk afspraken kunnen maken over het verlengen van de looptijd van hun leningen aan Griekenland met bijvoorbeeld drie jaar.

De noodzakelijke privatiseringen van staatsbezittingen in Griekenland kunnen volgens De Jager het best onder internationaal toezicht gebeuren en uitgevoerd worden door een onafhankelijke instantie. Als voorbeeld noemde hij de ‘Treuhand’, die rondom aan de Duitse hereniging DDR-staatseigendommen privatiseerde.