„Het zijn er nu nog twee: ProRail voor het deel van het net dat zowel reizigers- als goederentreinen gebruiken, en Keyrail voor de Betuweroute. Dat leidt tot de bizarre situatie dat onze leden over tarieven en dienstregelingen moeten onderhandelen met twee Nederlandse infrastructuurbeheerders”, zei KNV-directeur Ad Toet dinsdag in een toelichting.

Eén organisatie kan volgens hem ook effectiever opereren in de samenwerking met buitenlandse spoorbeheerders bij de aansluiting van het Nederlandse goederenspoornet op het spoor over de grenzen.

Toet zegt dat zijn voorstel mede is ingegeven door de zorgen die president-directeur Hans Smits van Havenbedrijf Rotterdam vorige week uitte over de verbindingen tussen de Rotterdamse haven en het Europese achterland.

De aanleg van het zogenoemde derde spoor van de Betuweroute in Duitsland loopt grote vertraging op. De spoorverbinding tussen Emmerich en Oberhausen zou in 2013 klaar zijn, maar dat wordt volgens Smits op zijn vroegst vijf jaar later.

De KNV-directeur wil geen voorkeur uitspreken voor ProRail of Keyrail als ‘alleenheerser’. „Dat maakt ons niet zoveel uit.” De organisatie legt het voorstel voor aan verantwoordelijk minister Melanie Schultz van Haegen.

ProRail is eigendom van de Nederlandse Staat. De aandeelhouders van Keyrail, de exploitant van de Betuweroute, zijn ProRail (50 procent) en de havenbedrijven van Rotterdam (35 procent) en Amsterdam (15 procent).

Bij KNV Spoorgoederenvervoer zijn vrijwel alle vervoerders aangesloten.