Politiek

Kamermeerderheid van voor- naar tegenstander onverdoofd ritueel slachten

Decennialang steunde een Kamermeerderheid het onverdoofd ritueel slachten door joden en islamieten. Nu dreigt een verbod. Vanwaar die omslag?

Kees de Groot
24 May 2011 09:45Gewijzigd op 14 November 2020 15:07
Foto ANP
Foto ANP

De Kamer zal op 16 juni weer spreken over ritueel slachten. Tijdens een rondetafelgesprek mogen vertegenwoordigers van religieuze organisaties, rechtsgeleerden, religiewetenschappers en dierendeskundigen hun licht laten schijnen over het onbedwelmd doden van dieren volgens godsdienstige rites.

De hoorzitting onderbreekt de parlementaire behandeling van de initiatiefwet van PvdD-fractievoorzitter Thieme (zie kader). Met die wet wil Thieme onverdoofd ritueel slachten voortaan verbieden. Er tekent zich een royale meerderheid af voor haar wet: behalve CDA, ChristenUnie en SGP zijn alle andere partijen er voor.

Dat was vroeger ondenkbaar. Bij het debat voorafgaand aan de invoering van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) begin jaren negentig van de vorige eeuw kwam de rituele slacht ook aan de orde. Genoemde wet bevat daarvoor een uitzonderingspositie (zie kader). Een partij als D66 –nu tegen onverdoofd slachten– brak er destijds nog een lans voor. Het toestaan van onverdoofd slachten door joden en islamieten „is een rechtstreeks uitvloeisel van het in de Grondwet opgenomen principe van vrijheid van godsdienst”, stelde toenmalig Kamerlid Tommel. „Mijn fractie stemt er dan ook mee in.”

Sterker nog, hij stelde dat de godsdienstvrijheid in het geding is in landen die ritueel slachten niet toestaan. „Mijn fractie vindt het dan ook toelaatbaar dat vanuit ons land via export van vlees naar die landen de helpende hand wordt uitgestoken.” PvdA en VVD stonden daar toen wat minder royaal tegenover, maar verzetten zich allerminst tegen het onverdoofd ritueel slachten in eigen land.

Bij de behandeling van de GWWD in de Eerste Kamer zei GroenLinks-Kamerlid Pitstra dat bij een debat over ritueel slachten „snel het gevaar ontstaat dat dit in een racistisch betoog wordt getrokken.” Over de uitzonderingsbepaling voor onverdoofd koosjer en halal slachten stelde hij ronduit dat een „keihard verbod van deze vrijheid van godsdienst voor mij niet de aangewezen weg lijkt.” Hij vroeg wel of moslims wellicht konden overgaan tot het elektrisch bedwelmen van slachtdieren.

Omgekeerd waren de partijen die het ritueel slachten nu verdedigen, daar enkele decennia geleden nog het meest kritisch over. CDA-senator Vermaat vond in 1992 dat er „een wat liberaal gebruik” van de uitzonderingspositie werd gemaakt, gezien de grote export van ritueel geslacht vlees. Ook hij drong aan op elektrisch bedwelmen.

In de Tweede Kamer zei SGP’er Van der Vlies in 1989 dat het ritueel slachten „bezwaarlijke kanten heeft.” Hij vroeg of bedwelmd slachten mogelijk was en of er zich bij het slachten „ernstige tekortkomingen” voordeden „die de kans op ernstig dierenleed vergroten.”

„Veel moeite” had hij met het ritueel slachten voor de export. „Daarmee wordt geen godsdienstig belang van Nederlandse ingezetenen gediend.”

In dagblad Trouw liet historicus Bart Wallet anderhalve week geleden zijn licht schijnen over de geschetste ontwikkeling in het denken over onverdoofd ritueel slachten. Direct na de Tweede Wereldoorlog vond een Kamermeerderheid dat ook joden recht hadden op godsdienstvrijheid en dat ook publiek mochten beleven. Die vrijheid gold uiteraard eveneens voor de islamitische gastarbeiders die in de jaren zestig en zeventig massaal naar Nederland kwamen. Het toestaan van ritueel slachten groeide uit tot de „lakmoesproef” van de nieuwe, multiculturele samenleving.

Alleen de partijen die moeite hadden met het multiculturele ideaal, zoals de Boerenpartij en de Centrumpartij, verzetten zich tegen het ritueel slachten. Ze kregen steun van de kleine christelijke partijen.

Onder invloed van de aanslagen van 11 september en de Fortuynrevolte groeide de kritiek op de multiculturele samenleving. Tegenwoordig wordt ritueel slachten, aldus Wallet, niet meer gezien als culturele uiting van etnische minderheden, maar weer meer als religieus gebruik. Voor de christelijke partijen aanleiding om de ritus te gaan verdedigen. „Ze vrezen voor volgende stappen die ook hen kunnen raken.”

De progressieve partijen daarentegen leggen volgens Wallet „sterke nadruk op een nieuwe, seculiere Nederlandse identiteit, gevuld met progressieve waarden zoals vrouwen- en homo-emancipatie. Ritueel slachten als vreemd en weerzinwekkend religieus gebruik past daar niet langer in.”

Het afbrokkelen van de steun voor onverdoofd ritueel slachten in het politieke midden en de verschuiving naar het christelijke kamp laat volgens Wallet „de kracht zien van het nieuwe, seculiere vertoog.”

Historica Amanda Kluveld begrijpt de angst van de christelijke partijen voor verdere aantasting van de godsdienstvrijheid. In een column op de website van de Volkskrant citeerde ze onlangs VVD-kandidaat-Kamerlid Verwey: „De eerste stap is gezet als er een einde komt aan het recht op legaal dieren mishandelen, ofwel ritueel slachten. De volgende stap zou een verbod op kinderbesnijdenis moeten zijn.”

Haar oordeel daarover is glashelder: „Totalitair denken, opgediend met een sausje van wetenschap, dierenliefde en humaniteit. Daar hoeven niet alleen joden voor te vrezen.”

Ook hoogleraar rechtsfilosofie dr. A. A. M. Kinneging constateert, in elk geval bij de Partij voor de Dieren, „een soort extremisme of dierenrechtenfundamentalisme.” De partij sleept andere partijen daarin mee. De Leidse professor meent dat zij „de electorale gevolgen vrezen” als ze niet voor Thiemes wet stemmen. Verreweg de meeste kiezers zijn tegen onverdoofd ritueel slachten.

Kinneging vindt echter dat de Kamer „leiding moet geven en tegen de meerderheid moet durven ingaan als er sprake is van aantasting van een fundamenteel recht zoals dat van godsdienstvrijheid.”

Het zorgwekkendst aan het debat over ritueel slachten vindt Kinneging dat de meerderheid in dit geval kennelijk geen rekening meer wenst te houden met de minderheid. „De 19e-eeuwse Franse politiek filosoof Tocqueville heeft gezegd: „Als de meerderheid de fundamentele rechten van de minderheid aantast, dan is er geen sprake meer van democratie, maar van een tirannie van de meerderheid.” Dat lijkt me hier wel op toepasbaar. Ritueel slachten betreft een diep gevoelde religieuze overtuiging. Je moet daar als meerderheid van afblijven en pas op de plaats maken. Daar is geen discussie over mogelijk.”


Ritueel slachten in de wet

De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren schrijft voor dat alle dieren in principe bedwelmd moeten worden geslacht. Voor onverdoofd ritueel slachten wordt in artikel 44, derde lid een uitzondering gemaakt: „Het slachten van dieren zonder voorafgaande bedwelming volgens de Israëlitische of de islamitische ritus is toegestaan.”

Aan die uitzondering koppelt de wetgever ook nog een aantal voorwaarden. De rituele slacht mag alleen maar plaatsvinden in door de minister van Volksgezondheid aan te wijzen „inrichtingen” en slechts dan wanneer er in de omgeving van die slachthuizen „behoefte bestaat aan vlees, afkomstig van volgens de desbetreffende ritus geslachte dieren.” Koosjer en halal slachten voor de export is, mits er in het buitenland vraag naar ritueel geslacht vlees is, ook toegestaan.

In overleg met de slachthuizen wordt ook het aantal ritueel te slachten dieren in een bepaald tijdvak vastgesteld. Een keuringsdierenarts volgt de slacht en ziet erop toe dat het gestelde maximumaantal slachtingen niet wordt overschreden.

Het slachten zonder voorafgaande bedwelming mag volgens de wet slechts worden uitgevoerd door personen die daartoe zijn gemachtigd door het Opperrabbinaat voor Nederland of daartoe zijn aangewezen door islamitische organisaties.

Initiatiefwet PvdD-fractievoorzitter Thieme

De initiatiefwet van Thieme om onverdoofd ritueel slachten te verbieden, kent slechts twee artikelen. De belangrijkste is het eerste. Daarin staat dat artikel 44 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren als volgt wordt gewijzigd: „Het derde lid komt te luiden: Het slachten van dieren volgens de Israëlitische of de islamitische ritus is slechts toegestaan, indien de slachtdieren voorafgaand zijn bedwelmd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer