China viert inlijving Tibet
LHASA (ANP) – Ongeveer vijfduizend mensen hebben aan de voet van het Potalapaleis in de Tibetaanse stad Lhasa „de vreedzame bevrijding van Tibet herdacht”. Dat meldde het Chinese staatspersbureau Xinhua maandag. Het is zestig jaar geleden dat Peking het gebied inlijfde bij de Volksrepubliek.
„Het is een historische dag voor alle Tibetanen”, sprak Qiangba Puncog, voorzitter van het regionale parlement. „De vreedzame bevrijding van Tibet heeft de fundering gelegd voor de daaropvolgende democratische hervormingen, het opbouwen van het socialisme en de modernisering.”
De Tibetanen in ballingschap spreken niet van een bevrijding, maar van een annexatie. Zij stellen dat Peking bezig is met een culturele genocide door steeds meer etnische Han-Chinezen naar het ‘dak van de hemel’ te sturen.
China dwong Tibet in 1951 tot het ondertekenen van een 17-puntenplan. Daarin stond dat China over het gebied zou regeren, maar dat Tibet wel enige autonomie zou behouden. Volgens de Tibetanen heeft China zich nooit aan die belofte gehouden. De dalai lama, geestelijk leider van de Tibetanen, pleit dan ook al jaren voor meer autonomie onder de paraplu van Peking.
In maart 1959 kwam de boosheid van de Tibetanen tot een hoogtepunt. De bevolking verzette zich tegen de Chinese overheersing, maar trok aan het kortste eind. De dalai lama en duizenden anderen vluchtten hun land uit. Ze kwamen terecht in de Indiase stad Dharamshala, waar de regering in ballingschap ook huist.
Elk jaar in maart weer vrezen de Chinezen onrust in Tibet. In 2008 laaide de woede voor het laatst grootschalig op: toen gingen honderden Tibetanen onder leiding van boeddhistische monniken de straat op. Zeker negentien mensen kwamen om het leven, hoewel de Tibetanen in ballingschap spreken over meer dan tweehonderd doden.