Maar Defensie wil militairen en het burgerpersoneel gemotiveerd houden door er zo snel mogelijk voor te zorgen dat ze weer uitdaging in hun werk vinden. Van Uhm wil dat onder meer bereiken door al het materieel snel technisch op orde te krijgen en openstaande vacatures te vullen. Dat moet mensen weer de uitdaging geven om op het professioneel hoge niveau te komen dat volgens Van Uhm zo kenmerkend is voor de „unieke” defensieorganisatie.

Hij wil z’n mensen ook zo snel mogelijkheid duidelijkheid geven over de gevolgen van de bezuinigingen. „Negatieve duidelijkheid is beter dan helemaal geen duidelijkheid. Hoe vervelend de boodschap ook is, mensen willen weten waar ze aan toe zijn”, zei Van Uhm. Een deel van het materieel, waaronder alle gevechtstanks en de meeste Cougar-transporthelikopters, zijn al stilgezet. Mensen die bij die eenheden werkten, kunnen solliciteren bij eenheden die blijven.

Volgens commandant zeestrijdkrachten Matthieu Borsboom staat Defensie voor de grote uitdaging om jonge mensen te behouden. Bij de marine ziet hij ondanks alles nog grote loyaliteit, maar er is volgens hem wel veel zorg. Toch houdt Borsboom z’n mensen voor dat er nog steeds perspectief is voor een moderne marine, ook voor jongeren. Zijn advies aan iemand die nu naar de marine wil, is: „je moet gewoon gaan”.

Commandant landstrijdkrachten Rob Bertholee wees erop dat mensen die nu op de militaire academie beginnen, over vier jaar terechtkomen in een organisatie die op orde is. Het feit dat de krijgsmacht straks geen gevechtstanks meer heeft, slaat volgens hem een „operationeel gat”. Defensie heeft andere middelen om dat op te vullen en zal afhankelijker van bondgenoten worden.

Het risico dat overblijft, is volgens Bertholee acceptabel. Volgens Van Uhm moet in de krijgsmacht deskundigheid blijven over de omgang met tanks, zowel aan eigen kant als aan de zijde van de vijand. „Dat is een zorg”, erkende hij. Volgens de generaal moet worden gekeken of de landmacht met tanks kan blijven oefenen.