Het was de eerste keer dat een Brits monarch voet zette op Ierse bodem sinds het land zich in de jaren twintig van de vorige eeuw losscheurde van het Britse Rijk. De reis ging gepaard met uitzonderlijk strenge veiligheidsmaatregelen omdat gevreesd werd dat Ierse nationalisten het bezoek zouden proberen te verstoren. Het publiek werd veelal op afstand gehouden. Er waren op verscheidene plaatsen betogingen, maar vervelende incidenten bleven uit.

Op de laatste dag van het staatsbezoek bezochten de koningin en haar echtgenoot prins Philip de Rock of Cashel bij Tipperary, een van de belangrijkste monumenten op het eiland, en de havenstad Cork. Zij droeg een groene jas, de nationale kleur van Ierland, en een blauwe jurk en hoed, de achtergrondkleur van het Ierse wapen. Elizabeth kreeg op de eerste dag van haar bezoek veel positieve reacties, omdat zij ook toen in het groen was gekleed.

Hoewel het staatsbezoek bol stond van de symboliek - zo verwelkomden de Ierse president en de premier de koningin eerder deze week niet met een buiging maar met een handdruk, als teken van gelijkwaardigheid - hebben vooral de woorden en daden van de vorstin indruk gemaakt. Zo betuigde zij in een toespraak haar medeleven met eenieder die geleden heeft onder de bloedige onafhankelijkheidsstrijd van de Ieren.

In diezelfde, belangwekkende toespraak benadrukte Elizabeth dat het turbulente verleden tussen de twee buurlanden nooit zal worden vergeten. Zij bracht daarbij in herinnering dat zijzelf daardoor ook familie verloren heeft. Noord-Ierse paramilitairen vermoordden in 1979 een oom van prins Philip. „Zij kon oprecht spreken als iemand die zelf pijn heeft geleden als slachtoffer van het Noord-Ierse conflict”, aldus een Ierse commentator.

Zelfs Gerry Adams van de nationalistische partij Sinn Féin moest erkennen dat hij getroffen was door de „welgemeende uiting van medeleven” met de slachtoffers van de onafhankelijkheidsstrijd. Hij onderstreepte dat „op de belangrijke gebaren en uitspraken” nu daden moeten volgen. Adams en zijn partij streven naar beëindiging van het Britse bestuur over Noord-Ierland.

De koningin bracht ook een beladen bezoek aan het stadion Croke Park. Op zondag 21 november 1920 richtten Britse militairen daar een bloedbad aan onder het publiek bij een sportevenement. De gebeurtenissen van die dag zijn de geschiedenis ingegaan als ‘Bloody Sunday’. Elizabeth legde samen met president McAleese een krans ter nagedachtenis aan de slachtoffers tijdens een ceremonie die nog maar enkele jaren geleden volstrekt ondenkbaar zou zijn geweest.