Dat blijkt uit het jaarboek 2011 van de Hersteld Hervormde Kerk. Tot nu toe gaven de jaarboeken van de HHK geen overzichten van ledentallen per gemeente en werd het totale ledental geschat. In het jaarboek van 2011 zijn de ledentallen wel opgenomen. Van de bijna 57.000 leden zijn 24.620 mensen belijdend lid, 30.501 dooplid en 1632 geboortelid. De Hersteld Hervormde Kerk telt 118 (wijk)gemeenten, evenveel als vorig jaar.

In 2010 telde de kerk 61 dienstdoende predikanten, 1 zendingspredikant, 1 predikant zonder gemeente, 26 predikanten met de rechten (als) van een emeritus, 17 kandidaten met preekbevoegdheid en 2 hulppredikers.

In het jaarboek wordt ook gemeld dat aan het Hersteld Hervormde Seminarium, gevestigd aan de vrije Universiteit te Amsterdam, in 2010 ongeveer zeventig studenten verbonden waren, evenwichtig verspreid over de verschillende leerjaren. „Het is een aantal dat aanzienlijk hoger ligt dan bij de start van de opleiding in 2005 werd verwacht”, aldus het jaarboek. Ongeveer twintig procent van de studenten behoort niet tot de Hersteld Hervormde Kerk. „Het grote aantal studenten bracht ook in 2010 een extra werklast voor de docenten met zich mee”, aldus het verslag in het nieuwe jaarboek. „Gezien de veelheid van hun verantwoordelijkheden komen zij helaas onvoldoende toe aan hun onderzoekstaak en kunnenminder dan gewenst participeren in het geheel van de theologische faculteit van de VU.”

Over de subsidiëring van het seminarium is nog geen duidelijkheid.

Bij de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO) zijn 83 gemeenten aangemeld met in totaal 270 verenigingen

De Hersteld Hervormde Vrouwenbond heeft iniddels een definitief bestuur. Het landelijk bestuur bestaat uit één afgevaardigde van elke classis in de Hersteld Hervormde Kerk en is aangevuld met een tweetal adviserende leden.

In zijn overzicht over het afgelopen jaar schrijft de scriba van de HHK, ds. R. W. Mulder, dat ook van het jaar 2010 gezegd moet worden: het is geschiedenis. „Er is opnieuw veel gebeurd in plaatselijk, classicaal en landelijk opzicht. Van onze kant gezien past het om te belijden met Daniël: “Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan en goddelooslijk gehandeld en gerebelleerd met af te wijken van Uw geboden en Uw rechten” (Dan. 9:5). Als we in dit licht zien wat de Heere ons nog gegeven en gelaten heeft, past ons enkel verwondering over zoveel trouw en goedheid.”