Run op boekje over e-nummers
AMSTERDAM – Het honderdduizendste exemplaar van het boekje ”Wat zit er in uw eten?, de gids die lezers alert wil maken op E-nummers in voedingsmiddelen, werd donderdag in Amsterdam uitgereikt aan de Franse auteur Corinne Couget.
De gebeurtenis markeert de grote belangstelling voor het boekje, dat in 2007 voor het eerst in een Nederlandse vertaling op de markt kwam. Sindsdien waren diverse herdrukken nodig.
Een artikel over E-nummers dat begin maart in deze krant verscheen ter gelegenheid van het feit dat toen ruim 90.000 exemplaren waren verkocht, leidde tot een hausse aan nieuwe verkopen, aldus het echtpaar Anka en Will Janssen, eigenaars van uitgeverij Bouillon uit Bilthoven waar het boekje verscheen.
„We kregen na verschijning van het artikel vele tientallen telefoontjes uit plaatsen als Elburg, Epe en Staphorst, uit Zeeland en Zuid-Holland. De mailtjes eindigden vaak op kliksafe.nl. Die provider kenden we niet. Veel mensen bestelden het boekje en vroegen tegelijk om informatie. Er is in de achterban van het Reformatorisch Dagblad duidelijk belangstelling voor gezonde voeding. We hebben vele honderden boekjes verkocht”, zegt Anka Janssen.
Gouget nam tijdens de bijeenkomst de gelegenheid te baat om te waarschuwen voor twee veelgebruikte E-nummers in voedingsmiddelen: de zoetstof aspartaam (E 951) en de smaakmaker mononatriumglutamaat (E 621).
De tengere Française –„ik ben geen wetenschapper, maar huisvrouw en moeder”– toonde diverse dunne en dikkere boeken waaruit ze haar informatie had gehaald en verwees naar een aantal onderzoekers en artsen die veel studie hadden gemaakt van voedseladditieven.
Gouget waarschuwde zwangeren en moeders van kinderen om voedingsmiddelen met aspartaam en mononatriumglutamaat en producten met andere discutabele E-nummers die in haar boekje een rode kleur hebben gekregen, niet te kopen. „Ze zijn giftig voor het zenuwstelsel en passeren de placenta, waardoor ze rechtstreeks de zich ontwikkelende hersenen van kinderen kunnen beïnvloeden.”
Ze toonde zich overigens sowieso beducht voor kunstmatige zoetstoffen. Deze kunnen in haar optiek aspartaam niet vervangen.
Dat er naast de kritische onderzoekers ook voedingswetenschappers zijn die geen problemen hebben met de in haar ogen gevaarlijke E-nummers, beaamt Couget. Ze wees er echter op dat studies die aangeven dat er geen gezondheidsrisico’s aan kleven veelal door de industrie zelf zijn opgezet en gefinancierd. Naar combinaties van E-nummers is nauwelijks onderzoek gedaan. Toch kunnen stoffen elkaar wel degelijk beïnvloeden.
Couget: „De combinatie van bijvoorbeeld aspartaam –E 951– met de synthetische kleurstof chinolinegeel –E 104– bleek in muizen een zeven keer sterker effect te hebben op zenuwcellen dan de afzonderlijke stoffen. De combinatie van de smaakversterker mononatriumglutamaat –E 621– met de kleurstof briljantblauw –E 133– leidde tot een vier keer sterker effect op zenuwcellen.”
Couget liet weten dat er van haar boekje in Frankrijk inmiddels 135.000 exemplaren zijn verkocht, maar dat de Franse pers haar informatie „onder invloed van de voedingsmiddelenindustrie” grotendeels negeert.
Uitgeverij Bouillon heeft intussen plannen om het E-nummerboekje ook uit te geven in het Pools. In Italië is het onlangs op de markt gebracht en zijn de eerste 5000 exemplaren verkocht. Will Janssen verkent nu de markt bij de oosterburen.
