De aanleiding daarvoor was een incident vorige maand in het oostelijk deel van de Westerschelde. Daarbij spoelde een hekgolf van een zeeschip een matroos van het dek van een binnenschip. Door snel ingrijpen kon hij worden gered.

Rijkswaterstaat had toegezegd ernaar te streven om de zee- en de binnenvaart te scheiden door betonning van de nevenvaargeulen buiten de hoofdroute. Dat is volgens Jorritsma lang goed gegaan. Ze verwees daarbij naar eerdere afspraken tussen de loodsen en de schippers over een betere communicatie die de veiligheid op de Westerschelde ten goede komen.

Directeur scheepvaart Van der Togt van Rijkswaterstaat stelde dat de verstandhouding tussen de loodsen en de schippers was verbeterd. „Ze hielden meer rekening met elkaar, maar het is nu kennelijk tijd om de boodschap te herhalen.”

Met het oog op de veiligheid op de Westerschelde verbaasde Jorritsma zich over de sluiting van de Schaar van Waarde, een nevengeul waarvan de binnenvaart veel gebruikmaakte. Van der Togt wees haar echter op vier recente strandingen van binnenschepen en de grilligheid van de zeearm die dit ingrijpen noodzakelijk maakten.

Met de aanleg van de Seine-Nordverbinding met België en Nederland verwacht Jorritsma dat de binnenvaart tot 20 procent zal toenemen.