Een goed huwelijk kan altijd beter

Zet stelletjes bij elkaar om na te denken over hun relatie en er wordt hard gelachen, maar ook diepgaand gediscussieerd. „Zij is haar probleem nog aan het vertellen, terwijl ik de oplossing al heb.” Of deze: „Man en vrouw mogen elkaar zien zoals ze zijn; lichamelijk én geestelijk.”

Evert van Dijkhuizen
19 May 2011 19:59Gewijzigd op 14 November 2020 15:03
Illustratie RD, Janneke Paalman
Illustratie RD, Janneke Paalman

Dinsdagavond, een zaal in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Zwijndrecht. De tweede bijeenkomst in een vijfdelige huwelijkscursus. Negen jonge stellen. De meeste getrouwd, andere hebben verkering of zijn verloofd. Eén stel geeft elkaar over drie dagen het jawoord. „Geweldig dat jullie hier, ondanks de drukte deze week, toch zijn”, complimenteert cursusleidster Mathalie de Wildt, werkzaam bij De Vluchtheuvel.

De groep is divers. Er zit een hovenier in en een communicatieadviseur, een basisschooljuf en een ambulancebroeder. De meesten kennen elkaar van de kerkelijke gemeente.

De cursus is amper op gang of de eerste confronterende opdracht volgt. „Praat met elkaar over jullie relatie en geef er een rapportcijfer voor.” Na vijf minuten kapt De Wildt de geanimeerde gesprekjes af. Iedereen houdt de adem in: het moment van de publieke uitslag. Maar zo ver komt het niet. „Het cijfer mag je lekker voor jezelf houden.” Een zucht van verlichting.

De insteek van de cursus is positief. „Ik ga ervan uit dat jullie een gezonde relatie hebben”, zegt De Wildt. Maar: „Een goed huwelijk sterk maken en sterk houden, vraagt investeren in elkaar.” Modern gepraat? „In Deuteronomium staat dat de man in Israël het eerste jaar na zijn trouwen niet in het leger hoefde om zich te kunnen wijden aan z’n huwelijk.”

Communicatie, het thema van deze tweede cursusavond, is essentieel in een relatie. Op dat punt gaat er „door de zondeval” veel mis, betoogt De Wildt. „Het is mijn persoonlijke overtuiging dat satan juist het christelijk huwelijk als breekijzer gebruikt om een gemeenschap te veranderen in gebrokenheid.”

Zonder een vleugje theorie gaat het niet. Communicatie heeft twee kanten: het inhoudsaspect en het betrekkingsaspect. Een voorbeeld helpt. „Jullie staan rood en zijn het er samen over eens dat zoiets niet mag. Dat is de inhoud. Maar nu vraagt hij aan haar: Was die tas met kleren kopen, vorige week, wel nodig? Zij voelt zich aangevallen. Het betrekkingsaspect.”

Communiceren betekent ook én vooral luisteren. „Toch duurt het gemiddeld maar zeventien seconden of we vallen de ander in de rede”, weet De Wildt. Herkenning.

Waarom is goed communiceren moeilijk? Een willekeurig rijtje redenen: „We hebben te weinig tijd, kunnen ons niet goed uiten, zijn te weinig gericht op de ander om hem of haar te begrijpen.” Afkomst is ook van grote invloed. „Als je uit een gesloten gezin komt waar weinig met elkaar wordt gepraat, neem je dat als voorbeeld mee je huwelijk in.” Maar daarover gaat de derde cursusavond: de ”rugzak” die elk mens bij zich heeft.

In de pauze vertellen Otmar en Annelies van Driel –ze hadden zeven jaar verkering en zijn anderhalf jaar getrouwd– waarom ze aan de cursus meedoen. „Het is goed te leren wat er anders, beter kan in je huwelijk. En de ontmoeting met andere stellen; die vinden we ook belangrijk. We kennen nog niet zo veel mensen van onze leeftijd in deze gemeente.”

Hun thuissituatie is nogal verschillend. Annelies: „Ik kom uit een groot gezin waar redelijk oppervlakkig met elkaar wordt gepraat.” Otmar: „Ik heb één zus. Mijn ouders zijn gewend nogal door te vragen.”

Ze lazen samen het boek ”De vijf talen van de liefde”. „We hebben naar aanleiding daarvan het nodige veranderd in onze communicatie.” Wat? Annelies: „Ik maak best snel verwijten, maar ben kritischer naar mezelf geworden.” Otmar: „Ik heb geleerd vaker tegen Annelies te zeggen: Ik hou van je. Voor mij is dat duidelijk, maar een vrouw wil dat graag horen, als bevestiging.”

Welk cijfer gaven ze, eerder op de avond, voor hun relatie? Hij: „Een 8,5.” Zij: „Een 7,5.” Vanwaar het verschil? Zij: „Otmar heeft moeite met luisteren en onthouden. Daardoor raak ik snel geïrriteerd. Misschien dat ik daarom een lager cijfer heb gegeven.”

Na de pauze tijd voor ethiek. Is het wel zo christelijk om boos te zijn op elkaar? De deelnemers reageren verschillend. „Boos worden is niet erg, zolang je maar niet met deuren gooit.” „Boosheid is toch een gevolg van de zondeval?” „Oké, dat is verdriet ook. Toch ziet de Bijbel verdriet niet als zonde.” „Verwarren wij de mantel der liefde soms niet met het onder het vloerkleed schuiven van verkeerde dingen?”

De Wildt benadrukt het belang van het „tijdig” bespreken van irritaties. Risicovolle onderwerpen? „Het opvoeden van kinderen, het verdelen van taken, geloofsvragen, seksualiteit, geldbesteding, bijzondere omstandigheden zoals rouw en verdriet.”

Man en vrouw communiceren verschillend. De Wildt: „Mannen zijn gericht op oplossingen, op informatie, zijn rationeel, onafhankelijk. Vrouwen hechten aan betrokkenheid, richten zich op relaties, zijn emotioneel, afhankelijk.”

Wat mannen nodig hebben? „Vertrouwen, acceptatie, bewondering, goedkeuring, aanmoediging.” En vrouwen? „Zorgzaamheid, begrip, respect, toewijding, bevestiging, geruststelling.” De Wildt doceert, enkelen schrijven driftig mee. De cursusmap vertelt het ook allemaal.

Linda en Jelmer –4,5 jaar verkering– hebben al wel een huis, maar nog geen concrete trouwplannen. Zij wilde liever een jaar wachten met de cursus, maar liet zich overhalen door haar vriend. „Je wordt er nooit slechter van.”

Het heeft erom gespannen in hun relatie, zegt het tweetal eerlijk. Zij: „Ik was vrij gesloten, een gevolg van thuis, en ben daarmee vastgelopen.” Hij: „We leden er allebei aan en hebben professionele hulp gezocht.”

De huwelijkscursus beantwoordt tot nu toe „niet helemaal” aan hun verwachtingen. „We zijn in het hulptraject diep op bepaalde dingen ingegaan, juist op het gebied van communicatie. Deze avond blijft het voor ons een beetje aan de oppervlakte.” Spijt heeft het duo niet. „We leren van stellen die al getrouwd zijn.”

Dit is het eerste artikel in een vierdelige serie over huwelijkscursussen. Woensdag deel 2.


Aanbod huwelijkscursussen groeit snel

Huwelijkscursussen schieten als paddenstoelen uit de grond. Voor pas getrouwden, maar ook voor echtparen die hun zilveren jubileum er al op hebben zitten. Sommige cursussen beslaan enkele avonden, andere een weekend. Ze worden gegeven in evangelische kring, maar steeds vaker ook in reformatorische. Centrale gedachte is dat een goed huwelijk altijd beter kan, maar dat man en vrouw dan wel moeten investeren in hun relatie. En ook dat het voorkomen van huwelijksproblemen beter is dan het oplossen ervan.

Een aanbieder van huwelijkscursussen is stichting De Vluchtheuvel, een christelijke organisatie voor psychosociale hulpverlening die nauw is gelieerd aan de Gereformeerde Gemeenten. Diverse kerkenraden van dit kerkverband bieden de huwelijkscursus aan hun gemeenteleden aan. Zo ook de gereformeerde gemeente van Zwijndrecht. Ouderling J. Verschoor: „In het pastoraat komen wij steeds vaker spanningen in huwelijken tegen. Vaak word je er als kerkenraad te laat bijgeroepen. Dan staan de echtelieden al als kemphanen tegenover elkaar. We hebben gezegd: Er moet wat gebeuren. Vooral jonge stellen, die nog aan het begin van hun huwelijk staan, willen we beter toerusten. De huwelijkscursus van De Vluchtheuvel biedt die mogelijkheid. Vandaar dat we deze nu aanbieden aan jongeren in de gemeente.”

Als het aan Verschoor ligt, blijft het niet bij deze leeftijdsgroep. „We moeten even afwachten hoe de cursus valt, maar ik voel er wel voor om ook echtparen die al langer getrouwd zijn iets dergelijks aan te bieden. Ik ga dat zeker aankaarten binnen onze kerkenraad.”

Het nut van de cursus is vooral preventief, stelt de Zwijndrechtse ouderling, in het dagelijks leven leraar. „We geven als kerkenraad aan alle stellen die trouwen het boek ”Waar liefde woont” van ds. G. J. van Aalst over het huwelijk. Deze cursus is een mooie aanvulling daarop, mede omdat jonge stellen elkaar ontmoeten rond dit thema. Dat is waardevol. Er is behoefte om met elkaar te praten over vragen rond het huwelijk.”

Verschoor constateert in dit opzicht een verschil met ouderen. „De groep 50-plussers is het niet zo gewend deze dingen met elkaar te bespreken. Een cursus voor hen zal er alleen al om die reden anders uit moeten zien.”

De kerkenraad van Zwijndrecht betaalt de kosten van de cursus. In andere gemeenten doen kerkenraad en deelnemers dit samen. Verschoor: „Wij zijn enthousiast gemaakt door ambtsdragers uit een andere plaats die heel positief waren over deze cursus.”

De eerste cursusavond, geleid door Jan Mauritz, oud-directeur van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten, was er niemand van de kerkenraad aanwezig. Verschoor heeft getwijfeld of hij de tweede avond wel zou gaan. „Een ouderling erbij kan de deelnemers afremmen in hun reacties. Maar ik houd me rustig.” Heeft hij overwogen met z’n vrouw te komen? „Ik kreeg haar op zo’n korte termijn niet mee.”


„Geen huwelijkstherapie”

Een geslaagde cursusavond is voor Mathalie de Wildt een bijeenkomst met veel interactie. „Dat lukt bij de ene groep beter dan bij de andere. Op de Veluwe zijn mensen geslotener dan in het westen. Toch probeer ik overal waar ik kom openheid te stimuleren. We moeten, ook bij het huwelijk, niet wolliger willen spreken dan de Bijbel over dit thema doet.” De docente benadrukt dat de cursus „geen huwelijkstherapie” is, hoewel ze geregeld deelnemers met „een problematisch verleden” tegenkomt. „De cursus is een eerste stap die handvatten aanreikt om je huwelijksleven op een gezonde manier inhoud te geven. Willen de cursisten echt iets aan de avonden hebben, dan vraagt dat van hen dat ze thuis met elkaar doorpraten over de vragen en verdiepingsstof die ze meekrijgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer