Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek woensdag heeft bekendgemaakt. Die zijn gebaseerd op onderzoek onder 40.000 personen.

Op het gebied van leefbaarheid is sprake van eenzelfde trend. Personen in zeer stedelijke gebieden geven de leefbaarheid daar een 7,1. Bij niet stedelijke gebieden is dat een 7,6 en bij aandachtswijken een 6,6.

Mensen in niet-stedelijke gebieden geven de veiligheid in hun buurt een 7,5, die in zeer stedelijke gebieden een 6,6. Ook nu krijgen aandachtswijken weer het laagste cijfer: 5,9.

18 procent van de inwoners van zeer stedelijke gebieden vindt dat hun buurt het afgelopen jaar is verbeterd, 19 procent vindt dat die is achteruitgegaan. In niet-stedelijke gebieden zijn die cijfers respectievelijk 12 en 9 procent.

Opvallend is dat jongeren optimistischer zijn over de ontwikkelingen in hun woonomgeving dan ouderen. Van de 15- tot 34-jarigen zegt 17 procent dat hun woonbuurt is verbeterd. Bij de 65-plussers is dat 9 procent.