Bereikbaarheid huisartsen onder de maat
DEN HAAG (ANP) – De bereikbaarheid van huisartsenpraktijken is onder de maat. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg na een onderzoek onder alle 4379 praktijken. De Inspectie dreigt met dwangsommen voor huisartsen die niet snel en goed genoeg bereikbaar zijn.
Dat kondigde de instantie woensdag aan, nadat uit onderzoek was gebleken dat een kwart van de huisartsenpraktijken te laat de telefoon opneemt bij een spoedoproep.
De bereikbaarheid van huisartsen is al lange tijd slecht. De resultaten van dit bereikbaarheidsonderzoek waren ‘marginaal’ beter dan in 2008, aldus de inspectie.
Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) steunt de controlerende instantie. „Er is veel te weinig verbeterd in de telefonische bereikbaarheid van huisartsen. Er zijn hiervoor geen excuses. De inspectie gaat strakker handhaven, en terecht. Zorg moet voor iedereen beter bereikbaar en toegankelijk zijn. Nog deze zomer komt minister Schippers met voorstellen om dit te realiseren”, aldus haar ministerie.
Bij een op de acht praktijken lukt het zelfs niet om binnen anderhalve minuut iemand aan de lijn te krijgen. „Dit levert serieuze risico’s op voor de patiëntveiligheid, zeker in levensbedreigende situaties”, aldus de IGZ.
De praktijken waar de bereikbaarheid niet op orde was, hebben een waarschuwing gekregen. Ze krijgen twee maanden de tijd om hun zaakjes op orde te brengen. Als ze daarna nog niet voldoen aan de normen, kunnen ze een dwangsom van 2000 euro per week krijgen, tot een maximum van 30.000 euro.
Teleurgesteld
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is teleurgesteld over de resultaten van het onderzoek. In een reactie op het onderzoek van de Inspectie liet de LHV woensdag weten: „Huisartsen moeten in geval van spoed binnen 30 seconden bereikbaar zijn. Dat is een harde eis die de sector zichzelf heeft opgelegd en waaraan elke huisartspraktijk moet voldoen. Concessies aan deze norm zijn niet mogelijk.”
Volgens voorzitter Steven van Eijck heeft de LHV al veel gedaan om de bereikbaarheid van de huisartsen te verbeteren. „Deze inspanningen hebben helaas niet over de hele linie tot het gewenste resultaat geleid.” Wel noemt hij het bemoedigend dat veel meer praktijken dan in 2008 een aparte spoedvoorziening hebben. „Een verdubbeling van de cijfers, die laat zien dat huisartsen wel degelijk werk proberen te maken van hun bereikbaarheid. Dat is op zich positief.”
Patiëntenvereniging
Het is onacceptabel dat de bereikbaarheid van huisartsen nog steeds zwaar te wensen over laat. Dat vindt de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), die woensdag reageerde op de uitkomsten van een bereikbaarheidsonderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. „De maat is nu vol.”
„Het is volkomen ontoelaatbaar dat patiënten in een situatie terechtkomen waarin ze met hun spoedvraag niet bijtijds te woord worden gestaan. Ik hoef niemand uit te leggen wat het betekent als je met een doodziek kind of een gapende wond na anderhalve minuut nog niemand aan de lijn hebt”, aldus NPCF-directeur Wilna Wind.
Enkele resultaten uit het IGZ-onderzoek:
Een op de vier praktijken beantwoordt een spoedoproep niet binnen de gestelde norm van 30 seconden.
Een op de acht praktijken beantwoordt een spoedoproep niet binnen 90 seconden.
Bij een op de tien praktijken wordt de spoedoproep beantwoord met een antwoordapparaat.
Eén op de vijf antwoordapparaten verwijst de beller niet goed door.
Eenmanspraktijken scoorden bij het tijdig en correct beantwoorden van een spoedoproep slechter dan groepspraktijken. Van de eerste groep haalt 64 procent de norm, bij groepspraktijken is dat 82 procent.
Voor ‘gewone’ telefoontjes tijdens kantoortijden geldt een norm van 2 minuten. Drie van de vijf praktijken voldoet daaraan. Een derde van de praktijken nam niet binnen 10 minuten op.
De bereikbaarheid bij gewone telefoontjes en spoedoproepen is het slechtst tussen 13.00 en 17.00 uur.
De praktijken in de grote stedelijke gebieden zijn over het algemeen slechter bereikbaar dan die op het platteland.