Beide bedrijven ontwikkelden al een systeem om auto’s draadloos op te laden, dat in Berlijn wordt getest. Siemens zorgde voor een spoel onder het wegdek die een magnetisch veld opwekt, en aan de onderkant van auto’s zit een andere spoel die gebruik maakt van het magnetische veld om de auto van stroom te voorzien. Dat lijkt ideaal voor taxistandplaatsen.

Als het systeem verder is ontwikkeld, is het goed voor het razendsnel opladen van auto’s op parkeerplaatsen bij supermarkten of mogelijk zelfs voor een rood verkeerslicht.

Nu duurt het „tanken” van een elektrische auto nog beduidend langer. Een ander nadeel van de elektrische auto is het betrekkelijk geringe aantal kilometers dat gereden kan worden, voordat de wagen weer aan het stopcontact moet. „Maar de techniek gaat hard, erg hard”, verzekerde dinsdag Bernard Fortuyn, lid van de raad van bestuur van Siemens Nederland. „Terwijl de industrie de technische problemen oplost, kan de overheid het milieuvriendelijke elektrisch rijden meer stimuleren,” zei hij. Fortuyn pleitte voor vrij parkeren en ruim baan voor de elektrische auto op busbanen.

In Nederland rijden zo’n acht miljoen auto’s rond en nog geen half procent daarvan rijdt op stroom, de hybride auto’s meegeteld. Toch is Fortuyn ervan overtuigd dat de elektrische auto de toekomst heeft. In 2020 zullen er naar schatting 9,2 miljoen auto’s rondrijden en als een op de tien op stroom rijdt, komen we volgens Fortuyn al in de buurt van een miljoen, aldus Fortuyn.

De elektrische auto kan zijn nut niet alleen bewijzen op de weg, maar ook gebruikt worden om groene stroom te bevorderen. Als de windmolens volop draaien en de stroom dan goedkoper wordt gemaakt, kan de elektrische wagen worden opgeladen. Als er weinig groene stroom voor handen is, en het elektriciteitstarief hoog, kunnen de batterijen van de elektrische wagens hun stroom leveren aan het net. „Slimme” elektriciteitsnetten moeten dat mogelijk gaan maken.