De wet was door president Noersoeltan Nazarbajev naar de Constitutionele Raad doorgeschoven omdat het Kazachse parlement hem weigerde goed te keuren. Het parlement heeft grote problemen met de wet, wat bijna tot de val van de regering leidde.

Het parlement wilde het individueel landbezit zoveel mogelijk beperken en verschilde van mening met de regering over de vraag waar de opbrengst van de verkoop van grond naar toe moet. Het eiste een referendum in de hoop dat de bevolking de wet zou verwerpen. Nazarbajev weigerde echter een referendum uit te schrijven en zei de wet te ondertekenen als de Constitutionele Raad hem goed zou keuren.