„Palliatieve zorg behoeft impuls”
AMSTERDAM – Er kunnen nog altijd flinke verbeterslagen worden gemaakt in de palliatieve zorg.
Dat stelde hoogleraar pijnbestrijding en palliatieve zorg W. Zuurmond, tevens medisch directeur van de Amsterdamse hospice kuria, maandagavond in het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed.
Onder andere de pijnbestrijding bij kankerpatiënten is nog altijd onvoldoende, stelde Zuurmond. „We kunnen 80 tot 90 procent van de pijn redelijk adequaat bestrijden, maar dat niveau wordt niet overal gehaald.” Onder andere de organisatiestructuur van ziekenhuizen staat volgens Zuurmond een optimale palliatieve zorg in de weg. „Veel zaalartsen die ’s nachts dienstdoen, ontbreekt het aan de benodigde kennis, omdat ze nog aan het begin van hun carrière staan.”
Zuurmond kreeg bijval van oud-D66-minister Borst, die in 2001 de euthanasiewet door het parlement loodste en daarnaast veel investeerde in de kwaliteit van palliatieve zorg. „Deze zorg is de meest complexe die er is, maar wordt overgelaten aan de jongste zuster. We moeten meer gaan propageren dat juist de meest ervaren arts hierin het voortouw neemt.”
Goede voorlichting over de euthanasiewet blijft daarnaast geboden, stelde Borst, die zich lovend uitliet over het euthanasiestandpunt dat artsenorganisatie KNMG in december publiceerde. Daarin staat dat de wet artsen ruimte biedt om ook niet-terminale ouderdomskwalen, zoals hardhorendheid, slechtziendheid of incontinentie mee te laten wegen bij de vraag of de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk lijdt. „De toetsingscommissies hebben al diverse meldingen van artsen die hiertoe besloten als zorgvuldig beoordeeld.”