Het bosdoorntje springt weer rond
LEIDEN – Twee studenten biologie hebben op de Hoge Veluwe een bijzondere sprinkhaan ontdekt. Het gaat om het bosdoorntje, een soort die voor het laatst in 1975 bij Apeldoorn werd waargenomen.
Het diertje stond te boek als verdwenen en is nu na 36 jaar herontdekt, maakte natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden maandag bekend.
Het bosdoorntje behoort tot de doornsprinkhanen. Ze zijn te herkennen aan het doornvormige halsschild dat over het achterlijf ligt. De kleine dieren maken, in tegenstelling tot de meeste andere sprinkhanen en krekels, geen geluid. Ze zijn daardoor moeilijk te vinden, aldus Naturalis.
Biologiestudenten Bram Omon en Kees van Bochove vonden de populatie van de zogeheten Tetrix bipunctata op 13 mei. De laatste waarneming in 1975 was in Assel, bij Apeldoorn.
Onderzoekers van de Stichting European Invertebrate Survey (EIS Nederland) hebben de melding via waarneming.nl gekregen en bevestigd.
De afgelopen jaren zijn er meer insecten herontdekt in Nederland, eerder deze maand nog de witsnuitlibel in De Weeribben. Voor een groot deel zijn het zuidelijke soorten die als gevolg van het warmere weer naar het noorden zijn opgerukt. Verder slagen ook veel exoten erin zich in Nederland te vestigen.