Israël onderzoekt botsingen met Palestijnen
TEL AVIV – De leiding van het Israëlische leger heeft een onderzoek gelast naar de schermutselingen tussen Palestijnen en militairen zondag. Aan de grenzen met Libanon en de Golanhoogvlakte schoten militairen zeker veertien Palestijnen dood.
De Palestijnen herdachten zondag nakba (de ramp), zoals zij de oprichting van de staat Israël op 14 mei 1948 noemen. Honderdduizenden Palestijnen werden toen uit hun huis verdreven. Voor het eerst sinds 1973 gelukte het tientallen Palestijnen de zwaarbewaakte grens tussen de Golanhoogvlakte en de rest van Syrië te doorbreken. Bij botsingen met het Israëlische leger vielen volgens diverse bronnen twee à vier doden. Ook aan de grens tussen Libanon en Israël vielen doden. De stafchef van het leger, generaal Benny Ganz, erkent dat er fouten zijn gemaakt.
Zondagavond keerde de rust terug. Wel heeft het leger de afsluiting van de Westelijke Jordaanoever met 24 uur verlengd. Dat betekent dat Palestijnen in dat gebied die in Israël werken of studeren, maandag niet langs de controleposten van het leger komen. Alleen mensen die dringend medische zorg nodig hebben of over speciale vergunningen beschikken, worden doorgelaten.