Burgemeester Urk: Het franke en vrije ben ik kwijt
URK – Burgemeester J. Kroon van Urk kreeg het de afgelopen weken zwaar te verduren toen jongeren ’s nachts tot twee keer toe zijn huis belaagden uit onvrede over de strenge veiligheidsmaatregelen in de nacht voor Koninginnedag. „Het franke en vrije ben ik kwijt.”
Kroon praat rustig, kiest zijn woorden zorgvuldig en spreekt in nuchtere bewoordingen. Af en toe twinkelen er pretlichtjes in zijn ogen. Toch zijn de onlusten in Urk hem niet in de koude kleren gaan zitten, bekent hij. „Ik slaap wel goed, maar ik ben veel alerter. Ik stap het huis uit en kijk om me heen of ik iets afwijkends zie. Het franke en vrije ben ik kwijt.”
Kroon krijgt nog steeds bewaking. „De politie houdt mij en de omgeving van mijn appartement in de gaten. Dat is soms best wennen. De afgelopen week kwam ik ’s nachts terug van een televisieoptreden bij Pauw & Witteman. Ik stapte bij mijn woning de auto uit en direct stonden er twee agenten bij me.”
Kunt u een reconstructie geven van het brandbomincident afgelopen weekend bij uw woning?
„Ik werd gebeld door een omwonende dat enkele jongeren het voorzien hadden op mijn auto. Ik zag drie figuren weglopen. Mijn auto heb ik verplaatst. Toen ik terugkwam, stond er politie bij het appartementencomplex. Het bleek dat er door een groep van zo’n vijftien jongeren een brandbom was gegooid.”
Het frustreert Kroon dat hij de jongeren in de bewuste nacht niet heeft herkend. „Ik kan geen signalement geven. Misschien ben ik daarom momenteel zo alert. Deze daders moeten gepakt worden. De jongeren zijn echt veel te ver gegaan. Bovendien richt hun actie zich niet alleen tegen mij als persoon, maar ook tegen mijn functie als burgemeester in een lokale democratie. Dat is heel kwalijk. Ik hoop dat de betrokkenen zich zelf melden.”
Bent u verrast door de boze reacties van de jeugd?
„Bij de jongeren zijn de strenge veiligheidsmaatregelen overgekomen als een bruuske verandering van beleid, merk ik in gesprekken die ik met hen heb gevoerd. We hebben echter vier jaar geleden al een beleid ingezet om het fenomeen van het brommerracen in te dammen, juist omdat het vaak gepaard gaat met drankmisbruik en gevaarlijk rijgedrag. Daarnaast heeft Urk recht op zijn nachtrust. Bovendien is het in het verleden voorgekomen dat brandweer en politie in de koninginnenacht werden belaagd. Dat wilden we niet meer.”
Een lezer van deze krant merkte op dat de feesttent bij de haven ook veel lawaai veroorzaakte, maar dat die tent ongemoeid bleef.
„Als je niet wilt dat de jeugd ’s nachts bij wijze van feest met brommers door het dorp scheurt, moet je als gemeente met een alternatief komen. Dat is het spanningsveld. In tegenstelling tot brommerraces op straat is de boel in de feesttent goed georganiseerd en controleerbaar.”
Er zijn Urkers die zeggen dat u de strenge veiligheidsmaatregelen vooraf beter had moeten communiceren.
„Je kunt je inderdaad afvragen of we het op de goede manier hebben gedaan. Als burgemeester wilde ik dat het afgelopen zou zijn met het hinderen van de brandweer en gevechten met de politie. Daarover valt op geen enkele manier vooraf te onderhandelen. Intussen heb ik in gesprekken met scholieren ontdekt dat er ook heel veel goedwillende jongeren zijn die ik een enorm plezier doe als ik hen ’s nachts op die brommers laat scheuren. Het is jammer dat de laatste jaren de excessen zoals drankmisbruik en gevaarlijke verkeerssituaties de boventoon voeren. Het onschuldige dat in het brommerracen zit, kan ik daardoor inmiddels niet meer zien.”
Jongeren verwijten politiechef De Graaf dat hij de plaatselijke cultuur niet kent.
„Hij voert zijn taak prima uit, in opdracht van mij en de gemeenteraad. De nadruk ligt op het tegengaan van drank in het verkeer en de jongeren behoeden voor ongevallen. Het is geen pesten, maar bescherming. We lopen steeds aan tegen het probleem dat drank in Urk zo vanzelfsprekend is. Daar moeten we van af.”
Wat kunnen de kerken betekenen?
„Ik heb donderdag alle predikanten uitgenodigd voor een overleg over de recente onrust. Ik wil graag dat ze hun gemeenteleden iets zeggen over het Bijbels leven in de samenleving en hoe we omgaan met anderen en de overheid.”
Welke rol ziet u voor ouders?
„Tussen de relschoppers liepen kinderen van 13 of 14 jaar oud. Zij zijn een eenvoudige prooi voor alcohol of drugs, omdat ze nog niet weerbaar genoeg zijn. Ik bespeur bij sommige ouders een stuk onverschilligheid.”
Hebben Urker jongeren nog ontzag voor gezag?
„Het gebrek aan ontzag voor gezag is een landelijk verschijnsel. Overheidsmensen vertegenwoordigen het volk. Die moet je accepteren. Ook als je het niet met bepaald beleid eens bent. Als we dat principe loslaten, krijg je anarchie.”
Wilt u nog wel burgemeester zijn van een dorp als Urk?
„Ik krijg gelukkig veel hartverwarmende reacties, soms voorzien van een attentie zoals rollades of een maaltje paling. Dat doet me erg goed. Ik ben ook maar een mens.”