Vogelgriep
APELDOORN – Bij een kippenbedrijf in Kootwijkerbroek is donderdagavond vogelgriep (H7-variant) vastgesteld. Wanneer is er sprake van een vogelgriep en hoe verspreidt het virus zich?
GRIEP: Vogelgriep of ”aviaire influenza” komt in veel verschillende varianten voor. Er bestaan milde, zogenoemde laagpathogene (LPAI) varianten, en gevaarlijke, zeer besmettelijke typen, de hoogpathogene (HPAI) virussen. Er is sprake van (klassieke) vogelpest wanneer veel vogels tegelijkertijd besmet raken met een gevaarlijke variant en daaraan doodgaan.
VERSPREIDING: Trekkende watervogels, vooral wilde eenden, dragen vaak milde varianten van het virus bij zich zonder dat zij daar zelf ziek van worden. De dieren kunnen het virus overdragen via ademhaling, oogvocht en mest. Kippen en kalkoenen zijn het meest gevoelig voor besmetting. Ook mensen en handelstransporten kunnen het virus verspreiden. Reizigers kunnen dat doen bijvoorbeeld via een restje vogelpoep onder hun schoenen.
BIJ MENSEN: Het vogelgriepvirus kan ook mensen besmetten (en zoogdieren zoals katten, varkens en tijgers). Ziekteverschijnselen zijn snel opkomende koorts, spierpijn, rillerigheid, keelpijn, hoesten en een uitgeput gevoel. Binnen twee tot drie uur kan iemand zich echt ziek voelen. De zwaarste symptomen houden zeker vijf dagen aan.
PANDEMIE: Vogelgriep kan een gevaar vormen voor mensen wanneer het virus zo verandert dat het zich gemakkelijk onder mensen kan verspreiden. In een uiterst geval leidt dat tot een wereldwijde griepepidemie (pandemie). Daarbij kunnen, afhankelijk van de ernst van de ziekte, veel slachtoffers vallen. Eerdere grote pandemieën waren de Spaanse griep (1918) met naar schatting 25 tot 50 miljoen doden, de Aziatische griep (1957-1958) met zeker 1 miljoen slachtoffers, en de Hongkonggriep (1968) met zeker 40.000 doden. De Mexicaanse griep die in 2009 uitbrak, verliep mild. De sterfte aan het virus lag zelfs lager dan gemiddeld bij de jaarlijkse wintergriep.
VACCIN EN TAMIFLU: Er is geen vaccin beschikbaar tegen het vogelgrieptype H7. Bij besmetting van mensen zijn artsen aangewezen op virusremmers zoals Tamiflu (van het Zwitserse farmacieconcern Roche). Zo’n middel moet zo snel mogelijk na het ont-staan van de ziekteverschijnselen worden ingenomen. Het vermindert dan de ernst van de griep en bekort de ziekteduur.
Pluimvee: In 2003 werd de Nederlandse pluimveesector getroffen door vogelgriep van het type H7N7. Op 1349 pluimveehouderijen werden kippen, kalkoenen en eenden gedood. In totaal zijn toen 30,7 miljoen landbouw- en hobbydieren geruimd. Negentien mensen die bij het doden van de zieke dieren waren betrokken, raakten besmet met het virus. Een dierenarts uit Rosmalen is eraan overleden. In Nederland werd vogelgriep voor het laatst vastgesteld in maart, op een bedrijf in Zeeland. Ook toen betrof het een virus van het H7-type. In Zuidoost-Azië is H5N1 een berucht type. Het maakte in die regio vooral tussen 2003 en 2005 tientallen slachtoffers.