Open dag Theologische Universiteit Apeldoorn trekt veel mensen
APELDOORN – De Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken kan terugkijken op een geslaagde schooldag-nieuwe-stijl. Enkele honderden mensen bezochten gisteren de gebouwen van de universiteit en woonden er korte colleges bij.
Als rector prof. dr. G. C. den Hertog de dag om half twee opent, staat hij al voor een overvolle aula. Jongeren en ouderen zijn vanuit heel het land naar Apeldoorn afgereisd: Flakkee, Scheveningen, Friesland, Huizen.
Prof. Den Hertog is blij dat de nieuwe formule lijkt aan te slaan: „De TUA-dag is een dag waarop we graag onze achterban ontvangen en laten zien wat wij hier doen. We hopen dat de dag in deze vorm zal uitgroeien tot een traditie, omdat ons veel gelegen is aan de band met de kerken.”
De schooldag bestond in het verleden uit een reeks lezingen en koorzang in een kerkgebouw. Er kwamen steeds minder mensen op af. In 2009 nog ongeveer 350. Dat leidde tot bezinning over een andere aanpak.
De TUA-dag 2011 is een soort theologische markt. Elke veertig minuten houden docenten en (oud-)hoogleraren deze vrijdagmiddag en -avond korte colleges over een thema. De bezoekers kunnen zelf kiezen waar zij naar binnen schuiven.
Een van de rode draden tijdens de TUA-dag vormt de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die dit jaar 450 jaar bestaat, maar er zijn ook colleges over ”De medelijdende Hogepriester, een thema uit Hebreeën” (prof. dr. T. M. Hofman) en over de ”pastoraal psychologische benadering” in de kerk (drs. A. Heystek).
Dr. J. Dekker spreekt in de eerste ronde over ”Waarom zou ik de profeten lezen?” Dr. Dekker is docent Bijbelvakken van de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding, die ook in Apeldoorn is gehuisvest.
Veel Bijbellezers vinden de profeten een moeilijk deel van de Bijbel, weet dr. Dekker uit contacten met jongeren en andere kerkgangers. Toch zijn de profeten „vol van het heil. Door de profeten te lezen kun je je gaan verwonderen over Gods trouw. Ondanks de zonden van Israël komt God steeds weer terug.”
Dr. Dekker wijst op Ezechiël 3:3 waar de profeet de opdracht krijgt een rol vol oordelen op te eten. „Die rol was in zijn mond toch als honing. Dat kun je als Bijbellezer ook gaan ervaren bij het lezen van de profeten, ook al staan ze vol oordelen en straf.”
De profeten spreker er volgens dr. Dekker ook van dat „Gods heil alleen door het oordeel tot stand kan komen. De moeite die mensen hebben met het lezen van de profeten, is vergelijkbaar met de moeite die gelovigen kunnen hebben met het kruis”, aldus de docent die zijn gehoor aanraadt de profeten te gaan bestuderen. „Ga aan de slag.”
De drie kwartier zijn al weer om. De TUA-dagbezoekers wisselen van ruimte. Veel aanwezigen spoeden zich naar de aula. Daar spreekt prof. dr. W. H. Velema over ”Bevindelijk preken”. De emeritus hoogleraar benadrukt dat er een verschil is tussen bevinding in de prediking en een bevindelijke prediking.”
Toen hij jong was hoorde prof. Velema vaak preken waarin na de tussenzang de bevinding kwam. Die stond volgens hem soms los van de tekst waarover gepreekt was. Dat vindt hij –terugblikkend– niet goed. „De bevinding mag wel in de preek zitten, maar opkomend vanuit de tekst.”
Prof. Velema benadrukt het belang om jongeren aan te spreken in de preek. „Wat doet dit Woord nu met jou? Daar zijn jongeren op gespitst. Ik kom na een preek soms in een kerkenraadskamer en dan zegt een ambtsdrager: „Dat is wat jongeren nodig hebben.” Als jongeren het nodig hebben, dan ook de ouderen”, zegt de nog altijd vurige hoogleraar tegen het aandachtige gehoor.
Tijd voor koffie of thee met cake. Ontmoeting is een belangrijk onderdeel van de TUA-dag. In de wandelgangen klinken enthousiaste woorden over de opzet van de dag. Een bezoeker constateert dat er opvallend veel jongeren zijn en dat de breedte van het kerkverband vandaag ook in Apeldoorn aanwezig is.
Na de pauze zijn de banken van de aula weer grotendeels gevuld als prof. dr. A. Baars er spreekt over ”Laten we de leerdienst niet verspelen!” De hoogleraar komt later dit jaar met een boekje over het onderwerp.
De tweede kerkdienst, de leerdienst, staat steeds meer onder druk, constateert prof. Baars. Hij toont vanuit de kerkgeschiedenis aan dat tweede diensten er al lang zijn en wijst erop dat het een Bijbelse opdracht is te leren en te onderwijzen.
De Heidelbergse Catechismus is volgens prof. Baars het beste belijdenisgeschrift om de geloofsleer te behandelen. „Het is van meet af aan dialogisch getoonzet. Als predikant word je als het ware gedwongen in gesprek te gaan met de kerkganger.”
De hoogleraar geeft predikanten een aantal adviezen: omring de leerdienst met extra informatie vooraf in de kerkbode, laat vooral de Bijbel spreken bij de catechismusprediking en richt de preek op jongeren. „Niet te dogmatisch, niet te abstract. En wees concreet, ook als het over de wet gaat.”
Prof. dr. H. G. L. Peels neemt zijn gehoor meer de grond in. Bijna letterlijk. Hij vertelt aan de hand van beelden over ”Recente (tekst)vondsten in Israël: Oude Testament en archeologie”. „Dankzij de archeologie zien we de Bijbel links en rechts oplichten.”
De hoogleraar haalt veel interessante voorbeelden aan. Hij toont een oude inscriptie die spreekt over koning David en teksten waarin het steeds om de rechten van de armen en verdrukten gaat.
Prof. Peels komt tijd tekort. „Hoe laat is het? Weet u waarom die klok hier in de collegezaal hangt? Die hebben de studenten ons gegeven.” Er volgen nog een paar voorbeelden.
Prof. Peels is benieuwd wat het onderzoek naar de vorige maand gevonden ‘boekjes’, die afkomstig zouden zijn uit de eerste eeuwen na Christus, zal opleveren. Sommige archeologen geloven niet in de echtheid ervan. „Er is ook veel bedrog in de archeologie. Maar ik zeg u dat archeologie voor theologen lastig is, maar ook verrijkend.”
De maaltijd wacht. Opnieuw ontmoeting. Vrijdagavond gaan de colleges nog verder. Lezingen van de middag worden herhaald. Een herkansing.