Dat blijkt uit een onderzoeksrapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) dat dinsdag verschijnt. De IGZ onderzocht vorig jaar twintig van de 94 toen bekende privé-klinieken. Acht van de twintig instellingen zijn erkende, zelfstandige behandelcentra, die een vaste relatie hebben met een ziekenhuis.

Uit het IGZ-onderzoek naar de klinieken komt een hele waslijst met gebreken naar voren. In sommige worden de behandelingen uitgevoerd door onvoldoende gekwalificeerd personeel, zonder toezicht van een specialist. Daarnaast worden in een aantal instellingen medewerkers ten onrechte verpleegkundige genoemd. In twee klinieken worden indicaties gesteld door mensen die geen arts zijn.

Bij meer dan de helft van de onderzochte klinieken is de kwaliteit van de behandeling niet in orde. De patiënt wordt niet onderzocht voor de operatie, zodat de artsen geen zicht hebben op diens gezondheidstoestand. In sommige instellingen zijn geen regels voor het voorkomen van infecties en zijn er geen procedures voor reanimatie.

Het IGZ concludeert vervolgens dat in geen enkele onderzochte privé-kliniek de gebruikte operatie-instrumenten goed worden gesteriliseerd. Bovendien is in die klinieken geen personeel dat is opgeleid om te ontsmetten. Verder kunnen veel instellingen de patiënten niet meer vinden wanneer achteraf blijkt dat er iets verkeerd is gegaan.

Het is nog onbekend of er mensen zijn overleden als gevolg van de gebrekkige behandelingen of dat patiënten blijvende schade hebben opgelopen na bezoek van een privé-kliniek.

De IGZ heeft de onderzochte klinieken die ernstige fouten maken, gemaand hun werkwijze te verbeteren. Daarnaast gaat de inspectie privé-klinieken vaker controleren.