Kohnstamm is dan ook blij dat staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie eind april heeft aangekondigd dat het CBP meer bevoegdheid krijgt om boetes uit te delen. Wat volgens het CBP vooral moet worden aangescherpt, is dat de overheid en bedrijven mensen beter op de hoogte moeten brengen van de gegevens die zij gebruiken en wat ze ermee doen. Daartoe moeten zij op meerdere manieren worden verplicht, vindt de toezichthouder.

„Er zijn bijna grenzeloze mogelijkheden voor de opslag en verwerking van gegevens. Zelfs wie gebrand is op zijn privacy, heeft geen inzicht in het woud van alle gegevensverwerkingen”, aldus Kohnstamm. Toenemende digitalisering en globalisering maken het steeds moeilijker voor burgers om inzicht te hebben in wat er allemaal met persoonsgegevens gebeurt.

Persoonlijke gegevens kunnen bijvoorbeeld worden gepubliceerd op internet. „Dat kan voor betrokkenen ingrijpende en zeer schadelijke gevolgen hebben”, aldus het CBP. Technologie maakt het mogelijk het gedrag van burgers te volgen. Doordat vaak niet helder is wie wat verzamelt en wat ermee wordt gedaan, kunnen mensen nauwelijks de controle houden over hun eigen gegevens.

Ook het afgelopen jaar heeft het CBP op diverse vlakken moeten ingrijpen omdat overheden of bedrijven zich niet aan de Wet bescherming persoonsgegevens hielden. Er zijn bijvoorbeeld gesprekken gevoerd met de gemeenten Ede en Enschede over de registratie van Roma, terwijl etnische registratie niet mag.

Ook werd onderzoek gedaan naar de verwerking van studenten met een ov-chipkaart, het koppelen van bestanden door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) en het invoeren van politiegegevens in het systeem van Europol. Onlangs nog maakte het CBP bekend een last onder dwangsom te hebben opgelegd aan Google, omdat met het Street View-project ten onrechte gevoelige informatie van eigenaren van wifi-routers was verzameld en verwerkt.