„Uitblijven oplossing voor problemen Griekenland doodsteek voor Europa”
De Europese regeringsleiders zijn hopeloos verdeeld over de aanpak van de schuldencrisis, schrijft prof. dr. René Tissen. Als een oplossing voor de problemen in Griekenland uitblijft, is dat de doodsteek voor Europa.
Aan de felle reacties op het mogelijke en onder omstandigheden zelfs waarschijnlijke uittreden van Griekenland uit Europa blijkt opnieuw hoe weinig eensgezind de Europese regeringsleiders de schuldencrisis tegemoet treden. Men blijft streven naar het afwenden van het faillissement van Griekenland –en ook van Ierland en Portugal– maar brengt dat tegelijkertijd dichterbij door schuld op schuld te blijven stapelen.
De kans is groot dat Griekenland afgelopen week wel degelijk de nucleaire optie van een mogelijk uittreden naar voren heeft gebracht, om zodoende betere voorwaarden te kunnen afdwingen voor een anderszins ondraaglijke staatsschuld. Na dit vele malen te hebben ontkend weet de regering-Papandreou namelijk heel goed hoe problematisch het land ervoor staat; het is zelfs dicht bij een revolutie gekomen.
Belediging
Tot verbazing van velen bleek dat de Nederlandse minister van Financiën, De Jager, afgelopen weekeinde niet bij het crisisberaad over Griekenland aanwezig mocht zijn. Hem werd vrijdag geweigerd mee te denken over een oplossing, onder de sussende vermelding dat hij volgende week akkoord mag gaan met hetgeen door Duitsland en Frankrijk zal worden besloten.
Dit komt dicht bij een belediging van het Nederlandse volk. Wij betalen immers mee en dan past het niet om Nederland buiten te sluiten. Van een verenigd Europa is in ieder geval geen sprake.
Uitholling
Dan was er nog de insinuatie dat de berichtgeving over Griekenland expliciet door Duitsland was geregisseerd om de euro snel en krachtig omlaag te krijgen in verband met de eigen exportbelangen. De euro zal zeker verder in waarde dalen. Sinds de introductie van de munteenheid is het proces van uitholling gaande, maar dat wordt verdoezeld door de dollar. Deze zakte tot voor kort sneller door het ijs dan de euro, maar beide munteenheden zijn in een onmiskenbare race naar de bodem verwikkeld. In feite is er momenteel sprake van een acute dreiging van het waardeloos worden van geld, ongeacht de munteenheid.
De Griekse staatsschuld zal hoe dan ook geherstructureerd moeten worden, wil het land niet failliet gaan. Afstempelen is zowel een optie als geen optie. Alleen het fors kwijtschelden van staatsschuld –want daar komt het op neer– zal het land soelaas kunnen bieden. Bijvoorbeeld in de orde van grootte van 60 procent of meer. Alleen dat zet zoden aan de dijk. Dat zal onmiddellijk een nog niet eerder vertoond schokeffect op de Europese banken hebben. Een aantal spelers zal zeker omvallen. Echter, vanwege de overheersende, maar daarom niet minder foute opvatting dat de financiële sector te allen tijde gered moet worden, zal er opnieuw staatssteun verleend moeten worden.
Dit is echter zeker geen route zonder sociaal risico. Van de Duitsers en de Finnen is bekend dat zij felle tegenstanders zijn van het gooien van goed geld naar kwaad geld. Alleen in Frankrijk en Nederland leeft (nog) het naïeve beeld dat aan het verlenen van staatssteun geld kan worden verdiend, als een soort van lucratief handeltje. In eerste aanleg was dat daadwerkelijk het geval. ING en Aegon vormen hiervan treffende voorbeelden.
Tegelijkertijd voelt vrijwel iedereen aan dat deze –en andere– financiële instellingen geen tweede klap van betekenis meer kunnen verdragen. Door af te stempelen krijgt zeker de Europese Centrale Bank een forse dreun vanwege de aankoop van staatsobligaties van Griekenland. Een strop dreigt van ten minste 40 miljard euro, met de expliciete mogelijkheid dat Griekenland alsnog valt.
Staatsbezit
Te midden van deze dreigende patstelling wordt nog een andere oplossing genoemd. Griekenland moet staatsbezit in onderpand geven in ruil voor nieuwe geldinjecties. Bijvoorbeeld het Parthenon. Plus een paar mooie eilanden. Ook dit is een vreselijk idee. Het is dé manier om de Griekse bevolking in opstand te laten komen. Hoe zouden wij Nederlanders reageren als het Paleis op de Dam in onderpand aan Frankrijk zou worden gegeven, de Waddeneilanden aan Duitsland en de ”Nachtwacht” aan een consortium van private investeerders? Van Portugal kun je echter wel verlangen dat het de eigen goudvoorraad verkoopt, ter waarde van een slordige 20 miljard euro. Maar dat is het dan wel zo’n beetje.
Vaststaat dat als er volgende week al een oplossing voor Griekenland komt –en dat is zeer de vraag– deze met argusogen door Ierland en Portugal zal worden bekeken. En wat als er, ondanks alle pogingen daartoe, gewoon geen oplossing is? Dan is het einde zoek, namelijk Europa.
De auteur is hoogleraar bedrijfskunde aan Business Universiteit Nyenrode en voorzitter van kenniscentrum Chrome.