Met het indienen van zijn plan trekt de VVD-minister een eerder wetsvoorstel voor een hogere AOW-leeftijd van het vorige kabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie in. De raad vraagt zich af waarom Kamp niet net als het vorige kabinet verder gaat en in 2025 de AOW-leeftijd doorschuift naar 67 jaar. Er wordt op gewezen dat werkgevers en vakbonden daarop ook al zinspelen.

Overigens was de raad in 2009 ook kritisch over het plan van het vorige kabinet, omdat dat net zo goed in 2020 wilde beginnen met een hogere pensioenleeftijd. Dat wekte nog de hoon bij de partij van Kamp, de VVD, die toen in de oppositie zat. D66-Kamerlid Fatma Koser Kaya roept de minister daarom nu op minder behoedzaam te zijn. Zij wijst ook op de waarschuwing van de Raad van State dat jongeren straks te veel moeten opdraaien voor de kosten van de steeds ouder wordende bevolking.

De raad vindt het wel goed dat Kamp alvast maatregelen neemt, terwijl werkgevers en de vakbeweging nog niet klaar zijn met de uitwerking van hun pensioenakkoord van vorig jaar juni. Door onrust binnen de vakcentrale FNV worden sociale partners het voorlopig niet eens over pensioenhervormingen.

De minister heeft altijd gezegd door te werken aan afspraken in het regeerakkoord van VVD en CDA met gedoogpartner PVV over een hogere AOW-leeftijd en bezuinigingen op het belastingvriendelijke regime voor pensioensparen. De PVV wil niet verder gaan dan een AOW-leeftijd van 66 jaar.

Kamp ziet dit als „een eerste stap om langer doorwerken te stimuleren”. Het minderheidskabinet van VVD en CDA wil graag aanhaken bij de sociale partners, als zij een verdere verhoging naar 67 jaar afspreken door een koppeling van de pensioenleeftijd aan de stijgende levensverwachting.

In reactie op de kritiek van de Raad van State dat de verhoging van de AOW-leeftijd in 2020 te laat komt, schrijft de minister dat mensen wel de tijd moeten hebben om zich voor te bereiden op een latere uitkering van het staatspensioen.