Ds. C. Harinck stelt Bijbelse bevindelijkheid aan de orde
Een paar maanden geleden ontmoette ik ds. C. Harinck. Ik complimenteerde hem met een publicatie van zijn hand uit 2010. Daarin geeft hij een Bijbels antwoord op de vraag: „Wie is Jezus Christus?”
Ds. Harinck vertelde mij toen hoe hij door het schrijven van dat boek gedrongen werd om er een vervolg op te schrijven. In dat tweede boek, dat inmiddels verschenen is, zoekt de schrijver naar het Bijbelse antwoord op de vraag die we de vervolgvraag zouden kunnen noemen. Hoe leert een van God vervreemde zondaar die Christus der Schriften kennen tot zaligheid? Wat is bevindelijke kennis van Christus en hoe krijgt iemand die kennis?
In zijn voorwoord zegt de schrijver: „Een boek over de bevindelijke kennis van Christus kun je niet schrijven zonder er met je hart bij betrokken te zijn.” Nu, dat is te merken. Hier wordt geestelijke leiding gegeven die meermalen de toonhoogte van de lofzang bereikt.
Dat de schrijver daarmee tegelijk midden in de realiteit van onze dagen staat, blijkt wel uit het feit dat hij zijn Bijbels-gefundeerde onderwijs meermalen afzet tegenover het mysticisme en de ervarings– en gevoelstheologie van vandaag, die in allerlei kringen opgeld doet. Juist in onze tijd wil hij een gids zijn die slechts één kompas heeft, het Woord van God, en één Leidsman, de Geest van Christus, Die de Geest van de Schriften is. Niet meer en niet minder.
In tien hoofdstukken krijgt de lezer antwoord op de vraag wat die bevindelijke kennis van Christus inhoudt en hoe ze zich openbaart. Dat antwoord is –zegt de titelpagina al– een Bijbels antwoord. Niet alleen staat er boven elk hoofdstuk een Bijbeltekst die de leidraad vormt voor wat in dat hoofdstuk aan de orde komt. Voortdurend verwijst de schrijver naar woorden uit het Woord.
Stapje voor stapje bouwt ds. Harinck zijn betoog op. Hij openbaart zich daarin als de herder die de schapen wil meenemen naar de grazige weiden en de stille wateren waar ze eten en drinken kunnen vinden. Daarbij is hij de leerling van de Schriften, die immers naar Jezus’ eigen woord van Hem getuigen. En hij is in dienst van de Heilige Geest, Die Christus verheerlijkt.
Eerst komt er een aantal inleidende hoofdstukken. Daarin lezen we wie er christen genoemd mag worden, wat bevinding is, wat openbaring is en verlichting van de Heilige Geest.
Daarna volgen hoofdstukken die laten zien hoe het hart van de mens wordt toebereid en hoe Christus aan het hart geopenbaard wordt en hoe de Heere daarvoor oor en oog gebruikt.
In de laatste hoofdstukken lezen we dan over het toenemen in de genade en de kennis van Christus, over de relatie met Christus. Het boek eindigt met een bespreking van het wonderlijke geheim van Christus, „Die in ons leeft” en aan Wie de Zijnen „gelijkvormig worden.”
Het is een rijk boek dat ik graag in veler handen zie, opdat ze Christus leren kennen.
Of er dan geen opmerkingen te plaatsen zijn? Hier en daar zou ik een accent wat anders leggen of een ander woord gebruiken. Om een voorbeeld te geven. Op bladzijde 70 en verder staat een paar keer dat we de verlichting van de Geest nodig hebben „naast” het Woord. Ik zou dat liever anders zeggen. En is het niet van groot belang om aandacht te hebben voor het werk van Christus als Profeet, ook als het gaat om het leren kennen van Christus als Zaligmaker? De evangeliën geven daar prachtige voorbeelden van.
En bij een tweede druk zou een tekstregister een aanwinst zijn.
Boekgegevens
Christus en de christen, ds. C. Harinck; uitg. Den Hertog, Houten, 2010; ISBN 978 90 331 2353 5; 233 blz.; € 20,50.