Persoonsgebonden budget blijkt succesformule
DEN HAAG (ANP) – Het persoonsgebonden budget in de zorg heeft tussen 1998 en 2008 een bijna niet te stuiten opmars meegemaakt. In ‘98 telde Nederland 13.000 houders van een eigen zorgbudget, tien jaar later waren dat er 150.000. De kosten van het pgb bedroegen in 2008 bijna 2,1 miljard euro, 10 procent van de totale uitgaven aan de AWBZ.
Dat staat in het dinsdag verschenen rapport ‘De opmars van het pgb’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
De introductie van het persoonsgebonden budget in 1996 heeft volgens de samenstellers van het rapport veel nieuwe zorgvragers aangesproken, mensen die voorheen niet of nauwelijks een beroep deden op de zorgverlening. Van de pgb-houders die gebruik maken van huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en verpleging is 48 procent zo’n nieuwkomer.
De hoogte van het budget was eveneens van belang voor de groei van het pgb. „De uitgekeerde bedragen zijn in internationaal perspectief vrij hoog in Nederland, wat de aantrekkelijkheid van het budget vergroot”, zo staat in het rapport. De samenstellers wijzen er op dat Duits onderzoek heeft uitgewezen dat ruime budgetten leiden tot vervanging van onbetaalde mantelzorg.
De onderzoekers stellen zich de vraag of de sterke groei van het persoonsgebonden budget problematisch is of niet. In vergelijking met de zogenoemde zorg in natura (het zorgkantoor vergoedt de kosten rechtstreeks aan de zorgverlener) is het pgb vaak goedkoper. Tegelijkertijd trekt het ruime budget nieuwe zorgvragers aan.
„Als het aantal pgb-houders en het gebruik van zorg in natura de komende tijd hard blijven groeien, zoals in de afgelopen periode het geval was, dan komt de betaalbaarheid van langdurige zorg in het gedrang. De toenemende levensverwachting zal de vraag naar zorg in het algemeen niet doen afnemen”, concluderen de onderzoekers.