Hoofdje Maorikrijger terug naar Nieuw-Zeeland
ROUEN (ANP/AFP) – Het getatoeëerde en gekrompen hoofd van een Maorikrijger is maandag begonnen aan zijn lange reis terug naar Nieuw-Zeeland. Het hoofd rustte 136 jaar in een museum in de West-Franse stad Rouen. Het museum wilde het hoofd al in 2007 teruggeven, maar de regering in Parijs hield dat toen tegen, omdat Frankrijk menselijke resten in musea als cultureel of wetenschappelijk erfgoed beschouwt.
In het gemeentehuis van Rouen zongen oudere Maori’s, de oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Zeeland, een danklied in hun eigen taal, voordat zij als bewijs van groet met hun neus langs het reukorgaan van burgemeester Valerie Fourneyron wreven. Daarna werd de overeenkomst voor teruggave getekend.
Museumdirecteur Sebastien Minchin bracht de Toi Moko (hoofd van een krijger) binnen in een doos die was bedekt met een zwarte doek en plaatste hem plechtig op een tafel. Maori’s bedekten hem met een geweven cape, terwijl een van hen, Te Kanawa Pitiroi, in zijn eigen taal formules uitsprak waarin de krijger lof werd toegezwaaid. Met drie anderen vervolgde hij met klaagzangen, toen het hoofd werd weggedragen en gasten zichzelf met water besprenkelden, een symbool van zuivering en van de overgang van droefheid naar blijdschap. Volgens de gebruiken van de Maori’s mag het hoofd niet worden gefotografeerd en gefilmd.
Vorig jaar stemde de Franse Senaat in met een wetsvoorstel om alle Maorihoofden in Frankrijk aan Nieuw-Zeeland terug te geven. Daardoor werd de overdracht van het hoofd in Rouen mogelijk. In het West-Europese land zijn nog elf tot veertien soortgelijke exemplaren. Het is onduidelijk hoe het hoofd in Rouen terecht is gekomen. Een mijnheer Drouet schonk het in 1875 aan het museum, maar het is niet bekend hoe hij het in bezit heeft gekregen. Tot 1996 konden de bezoekers van de instelling het hoofd bezichtigen als overblijfsel van een wilde uit oude tijden.