Kerk & religie

Ds. P. Roos: Belijdenis is antwoord op het Woord

WERKENDAM – „Het Woord van God vraagt om een reactie. De kerk geeft daarop antwoord in de belijdenis.” Dat zei ds. P. Roos, christelijk gereformeerd emeritus predikant te Damwoude, zaterdag in Werkendam op de ontmoetingsdag van stichting Bewaar het Pand.

Van een medewerker
9 May 2011 08:57Gewijzigd op 14 November 2020 14:52
Ontmoetingsdag van stichting Bewaar het Pand in Werkendam. Foto RD
Ontmoetingsdag van stichting Bewaar het Pand in Werkendam. Foto RD

Tijdens de ontmoetingsdag werd stilgestaan bij de 450 jaar geleden verschenen Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB). Ds. Roos vestigde de aandacht op het antwoord op de belijdenis. Ds. M. A. Kempeneers, predikant te Elburg, sprak over het wapen van de belijdenis en ds. K. Visser, predikant te Barendrecht, over de beleving van de belijdenis.

„De Nederlandse Geloofsbelijdenis vraagt om een herleven”, zei ds. M. C. Tanis, emeritus predikant te Werkendam, in zijn openingswoord. Deze belijdenis is volgens hem geen tweede Bijbel. „Ook is ze geen museumstuk. Ze is een erfstuk dat mag leiden tot waardering. De belijdenis is een geschenk van God. Ze dient tot verweer, tot opscherping en tot leiding van het kerkelijk leven.”

Wapen

Het Woord komt als een roepstem met bevel van geloof en bekering, zei ds. Roos. „De belijdenis en de belijdende kerk geven daarop antwoord. Welk antwoord geeft u?”

„Belijden is hetzelfde zeggen wat het Woord van God ons voorhoudt”, aldus de predikant. „Ook moeten we traditie en eigen opvattingen niet stellen boven het Woord en meezwemmen met de tijdgeest.”

Ds. Kempeneers noemde de belijdenis een wapen tegen ketterij. Hij vindt het zorgelijk dat de prediking uit de belijdenis steeds meer verdwijnt. „Terwijl de belijdenisgeschriften onze gereformeerde identiteit markeren. Als de belijdenis in de prediking niet meer aan de orde komt, verdwijnt de identiteit.”

De NGB was volgens hem bij het ontstaan een bindmiddel om losse kerken te verenigen in de leer van de waarheid. Alles wat met die leer in strijd was, werd afgewezen. „Zo moest de belijdenis wapenen tegen verschillende ketters en dwalingen”, aldus ds. Kempeneers.

Daarin ging het voornamelijk om het mensbeeld: de vraag of er uit de mens nog iets goeds kon voortkomen. „Als we dat mensbeeld, de verdorvenheid van de mens, loslaten, wordt er een bloedloze Christus verkondigd en is het hart uit het Evangelie gehaald.”

Beleving

Ds. Visser sprak over de beleving van de belijdenis. Dat in de belijdenis niet de bevinding van Gods volk te vinden zou zijn, is volgens hem een ernstige vergissing. De belijdenis is een „beproefde waarheid.” De bevinding ziet hij terug in wat artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis beschrijft als de merktekenen van de christen. „Dat hier niet meteen wordt ingezet met Christus, betekent niet dat de opsteller van de NGB geen oog had voor de toeleidende weg tot Christus.”

Het eerste merkteken van hoe iemand een christen wordt, bestaat uit het geloof en het aannemen van de enige Zaligmaker Jezus Christus, aldus artikel 29. Ds. Visser: „Hoe een christen openbaar komt, blijkt onder andere uit het vlieden van de zonde, het najagen van de gerechtigheid en het liefhebben van de ware God. De strijd van de christen is dat hij door de Geest dagelijks de toevlucht neemt tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Heere Jezus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer