Opinie

„Zuivere kerk bestaat alleen in de theologie”

„Een zuivere kerk bestaat in de theologie, maar niet in de geschiedenis en daarom moet het concrete spreken van theologen altijd in de historische context verstaan en beoordeeld worden.”

Kerkredactie
6 June 2003 13:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:21

In zijn oratie als bijzonder hoogleraar, vrijdagmiddag uitgesproken in de Burgwalkerk te Kampen, vergeleek dr. G. Harinck Duitse en Nederlandse kerkelijke reacties op het opkomende nationaal-socialisme in de jaren dertig van de vorige eeuw. Harinck stond stil bij de kerkelijke uitspraken van de Bekennende Kirche (Barmen) en de Gereformeerde Kerken (Schilder) en in welke context ze functioneerden. Die context is het proces van opkomende modernisering, „de eerste fase in de westerse cultuurgeschiedenis waarin een bezield en geordend verband ontbrak.”

Het is gangbaar geworden de Barmer Thesen, door de bril van de latere Karl Barth, te lezen als een verholen afwijzing van het nationaal-socialisme. Volgens Harinck is van een dergelijke afwijzing in 1934 nog geen sprake. „De latere ontwikkeling rechtvaardigt de Barmer verklaring niet, maar veroordeelt haar. Ze verdient geen lof, veeleer past het hier van een tekort te spreken, omdat ze naliet in concreto christendom en nationaal-socialisme onverenigbaar te noemen.”

Terwijl binnen de Gereformeerde Kerken de Duitse kerkstrijd geen rol speelt in de theologische bezinning (de oriëntatie was overwegend kuyperiaans), onderscheidt prof. K. Schilder zich in dit opzicht. Tegenover de statische kuyperiaanse visie bepleit hij „een dynamische kerk die op het hart en de richting van de cultuur ingrijpt”, aldus Harinck.

Vanaf het prille begin van het Nederlandse nationaal-socialisme acht Schilder het daarom nodig deze wereldbeschouwing als antichristelijk te veroordelen, betoogde Harinck. „Drie verschillen tussen zijn opstelling en die van Karl Barth en de Bekennende Kirche springen daarbij in het oog. Schilder wachtte niet af tot het nationaal-socialisme de kerk zou bedreigen, maar wilde een actieve en participerende kerk. Voorts wenste hij geen kerkelijke uitspraak over het nationaal-socialisme voorzover zich dat openbaarde binnen de kerk, zoals de Bekennende Kirche deed, maar over het beginsel van het nationaal-socialisme als zodanig: in de dynamische cultuur van het modernisme werd alles politiek gemaakt, en daarom moest de kerk nu ook over alle levensterreinen spreken. En ten slotte wenste Schilder dat de kerk zich uitsprak over de politieke keuzes van haar leden: de kerk moest concreet spreken, wilde ze belijdende kerk blijven, „omdat in elke concrete situatie alles er steeds op aan komt - bij God.””

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer