Om op het zogenoemde hoofdrailnet te mogen rijden geeft het Rijk een vervoersconcessie uit. De huidige concessie is in handen van NS, maar vanaf 2015 gaat een nieuwe concessieperiode in. Veel Kamerleden willen dat zo snel mogelijk duidelijk wordt wie tussen 2015 en 2025 het vervoer mag verzorgen. Mocht bijvoorbeeld opnieuw NS de concessie krijgen dan kan dat bedrijf zijn investeringen daar nu al op afstemmen. Om de vaart er in te houden vroegen de parlementariërs aan de VVD-bewindsvrouw een tijdpad te verstrekken en dat deed ze maandag.

De minister wil eerst nog wat zaken afronden voordat ze een conceptbeleidsvoornemen formuleert. Zo wil ze van NS en spoorbeheerder ProRail weten hoe zij vanaf 2015 een bezuiniging van 160 miljoen euro inpassen, zoals is afgesproken in het regeerakkoord. De reiziger mag overigens geen last krijgen van die besparing.

Verder gaat Schultz ook de grenzen van het hoofdrailnet aftasten. Ze onderzoekt of kleinere treinlijnen, voor zover die er nog zijn, kunnen worden losgeknipt van het hoofdrailnet. Mocht dat lukken, dan kunnen regionale treinvervoerders de dienstregeling op deze lijnen verzorgen. Daarnaast onderzoekt zij „het afsplitsen van de stoptreinen buiten de brede Randstad.” Ze schrijft niet waar die ‘brede Randstad’ precies eindigt, maar doorgaans horen steden als Arnhem en Eindhoven erbij.

Het aftasten wil ze voor de zomer rond hebben. Voor de herfst komt ze vervolgens met haar plan, nadat ze eerst de branche heeft geraadpleegd. Op basis van dat plan wordt duidelijk of ze de concessie onderhands gaat gunnen aan de NS, of dat ze een aanbestedingsprocedure start. Het onderhands gunnen vergt volgens Schultz anderhalf jaar. Aanbesteden duurt langer, waarschijnlijk tot 2015. Als het nog langer duurt, dan zal ze NS vragen wat langer te rijden dan in de huidige concessie staat.