Toch heeft deze door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries samengestelde bundel een degelijk fundament. Het boek bevat een selectie uit ”De canon van de Europese poëzie” (2009), die dertig eeuwen Europese dichtkunst samenvatte. En omdat van elke dichter –van Homerus tot Les Murray– slechts één gedicht in deze bundel is opgenomen, is al te grote willekeur vermeden. Dat levert wel een spanningsvol geheel op, waarin Luthers ”Een vaste burcht”, Paul Gerhardts ”O hoofd vol bloed en wonden” en Guido Gezelles ”Gij badt op eenen berg alleen” schuren met Gerard Reves ”Graf te Blauwhuis”, het platte ”Coïtus” van Pietro Aretino en met ”Laat me niet alleen” van Jacques Brel. Desondanks een mooie staalkaart.

”De 100 allermooiste gedichten van de Europese poëzie”, door Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries (red.); uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 290 8686 8; 319 blz.; € 15,-.