Commentaar: Kinderen betalen de rekening van echtscheiding
Ouders kunnen scheiden, kinderen niet. Toch zijn kinderen een belangrijke partij bij een echtscheiding. Ongewild. Ze kunnen lang tobben met de gevolgen ervan: depressiviteit, een laag zelfbeeld, gedragsproblemen, slechte schoolprestaties en agressiviteit. Veel kinderen van gescheiden ouders hebben moeite met sociale relaties. Ze lopen later twee keer zo veel kans zelf te scheiden. Kortom: niet zelden zijn de kinderen het kind van de rekening bij een scheiding.
Opvallend dat gescheiden ouders dit zelf bevestigen. Uit onderzoek blijkt dat 70 procent van hen ervaart dat hun kinderen nadelige gevolgen hebben ondervonden van de scheiding. Ruim een kwart geeft zelfs aan dat dit in sterke mate het geval is. Tegelijk zegt 60 procent van de ondervraagden dat ze, terugkijkend, geen dingen zien die ze ten aanzien van hun kinderen anders hadden willen aanpakken. Dit lijkt te bevestigen dat ouders zich niet bewust zijn van de invloed die zij zelf hebben om de gevolgen van een scheiding voor hun kind te verkleinen.
De gevolgen worden niet zelden juist verergerd door de manier waarop ouders met hun kinderen over de scheiding praten. Dat is voor SIRE reden om een nieuwe campagne te beginnen die aandacht vraagt voor dit aspect van een scheiding. SIRE maakt daarbij gebruik van uitspraken uit de praktijk, zoals: „Denk maar niet dat papa je nog wil zien” en „Je moeder maakt ons kapot.”
In de campagne, die gisteren op televisie is gestart maar komende tijd ook op de radio en in kranten en tijdschriften wordt gevoerd, staan deze en andere schrijnende uitspraken van scheidende ouders als tatoeage gegrift in het lichaam van kinderen. Dat symboliseert hoe diep de geciteerde woorden ingrijpen. Terecht dat SIRE hier de vinger bij legt en probeert ouders bewust te maken van de gevolgen van een scheiding voor hun kinderen.
Echtscheiding is een omvangrijk probleem geworden. Volgens cijfers van SIRE maken jaarlijks 190.000 volwassenen een scheiding door. Daar zijn 70.000 kinderen bij betrokken. Velen van hen worden tegen wil en dank deelgenoot gemaakt van de problemen tussen hun vader en moeder. Bijvoorbeeld doordat het kind wordt gedwongen te kiezen: voor moeder, tegen vader, of juist andersom. Een kind wil niet kiezen, maar loyaal zijn aan beide ouders.
Een ander veelvoorkomend probleem bij echtscheiding is dat kinderen binnen een jaar geen contact meer hebben met hun ouder die elders is gaan wonen. Alle goedbedoelde omgangsregelingen ten spijt. Dat dit leidt tot vervreemding behoeft geen betoog. Ook worden kinderen bij een scheiding nogal eens in de rol van volwassene gedrongen, een rol die hen uiteraard een maat te groot is. Dat dit tot psychische problemen kan leiden, wekt evenmin verbazing.
Hoewel de SIRE-campagne een terecht punt aansnijdt, heeft ze tegelijk iets van symptoombestrijding. Het achterliggende probleem vraagt minstens zo veel aandacht: Hoe komt het dat een groeiend aantal huwelijken eindigt in een scheiding? En: Hoe kan deze trend omgebogen worden? Misschien kan SIRE haar volgende campagne hieraan wijden. Met dank namens 70.000 kinderen.