Zo is het in Weert ‘uit veiligheidsoverwegingen’ niet toegestaan om bepaalde objecten mee te nemen langs de route, zoals klapstoelen, trapjes, krukjes en grote tassen. Thorn vraagt bezoekers geen voorwerpen mee te nemen die een gevaar kunnen opleveren. Stoelen van zeer beperkte omvang, zoals een viskrukje, mogen in ‘het witte stadje’ wel.

Versnaperingen zijn in beide plaatsen toegestaan, maar alcohol is taboe zolang koningin Beatrix met haar familie op bezoek is. Koelboxen moeten thuisblijven en ook glaswerk en blikjes langs de route zijn verboden.

In Thorn worden tussen de 10.000 en 15.000 mensen verwacht, Weert rekent op 60.000 tot 80.000 Oranjefans. In deze laatste plaats is niet voor iedereen plek langs de route. Ongeveer 25.000 mensen kunnen de koninklijke familie vanachter de hekken bewonderen, de rest kan het feest volgen via tv-schermen elders in de stad.

In beide Limburgse plaatsen worden in totaal 1300 agenten ingezet om de Oranjes te beschermen. Veertig agenten komen uit het nabijgelegen België. De burgemeester van Venlo leidt op 30 april de politie, omdat de burgemeesters van de gemeente Maasgouw (waar Thorn onder valt) en Weert het te druk hebben met de ontvangst van de koninklijke familie.

Er is cameratoezicht langs de route en er heeft een screening plaatsgevonden van de mensen die meedoen aan optredens voor de koningin, prinsen en prinsessen. Ook mensen die in het verleden opvielen door hun gedrag, zijn gescreend. Beide steden zijn ingedeeld in sectoren en ringen. Elke sector kent zijn eigen beveiligingsgraad, die strenger is naarmate mensen dichterbij de koninklijke familie komen.

Gemeenten en politie hebben draaiboeken klaarliggen met alle mogelijke scenario’s. Die zijn voor de viering van Koninginnedag vorig jaar in Zeeland al opgesteld na de tragedie in Apeldoorn in 2009. Karst T. probeerde toen op de koninklijke bus in te rijden, waarbij zeven omstanders en hijzelf de dood vonden.