Reactor Tsjernobyl nog altijd levensgevaarlijk
De kernramp van Tsjernobyl behoort 25 jaar na dato nog steeds niet tot het verleden. De sarcofaag die de ontplofte reactor in 1986 moest afgrendelen van de buitenwereld, staat op instorten. Zolang de nieuwe overkapping er niet staat, kan de gekooide reactor zich nog steeds ontpoppen als een levensgevaarlijk monster.
De bouw van de oude sarcofaag was een huzarenstukje. „Zeker wanneer je de extreem hoge stralingsniveaus in ogenschouw neemt waaronder de Oekraïners en Russen destijds bezig waren”, vindt journalist Thijs van Velzen van tijdschrift De Ingenieur, die het gebied na zijn bezoek in 2006 nog scherp op zijn netvlies heeft staan. En nog altijd heeft de toestand van de Tsjernobylcentrale zijn aandacht.
In allerijl moest de sarcofaag in 1986 worden opgetrokken uit enorme elementen van beton en staal. De losse delen die buiten Tsjernobyl waren gebouwd en vervolgens naar de centrale getransporteerd, pasten als puzzelstukjes in elkaar.
Voorafgaand aan de assemblage van de sarcofaag gingen puinruimers het dak van reactor 3 op. Ze verwijderden er brokken radioactief grafiet die daar tijdens de ontploffing van reactor 4 terecht waren gekomen. „Een levensgevaarlijk karwei”, aldus Van Velzen. De straling op het dak was zo hoog dat ze er maar twee minuten mochten blijven.
Haastig opgeroepen mijnwerkers groeven intussen een tunnel onder de ontplofte reactor. Hierin stortten ze beton om te voorkomen dat de gloeiendhete kernbrandstof door de bodem van het reactorvat zou zakken. Dat zou het grondwater ernstig kunnen verontreinigen.
„Met op afstand bestuurbare kranen plaatsten bouwvakkers vervolgens de betonnen en stalen delen. Niet alle elementen sloten perfect op elkaar aan. Dicht is de constructie daardoor allerminst. Dat maakte de sarcofaag vanaf het begin kwetsbaar”, vertelt Van Velzen.
Stralingsgevaar leveren die spleten en kieren nauwelijks op. „Er leven bijna geen mensen in de zone rond de centrale”, constateert hij nuchter.
Hoewel het met de beroerde staat van de sarcofaag ogenschijnlijk meevalt, kan regenwater door de openingen vrijelijk binnenstromen. Dat veroorzaakt volgens Van Velzen nogal wat problemen in het gevaarte.
„Er ontstaat een radioactieve soep, die het grondwater kan vervuilen. Daarnaast tast het water de restanten aan van het reactorgebouw en de fundamenten van de toch al instabiele constructie.”
De aftakeling neemt soms zorgwekkende proporties aan. Met name de westelijke buitenmuur staat als zwak te boek: over de hele breedte loopt een scheur. Twee zware balken die het dak dragen, ontlenen hun steun aan die wand. Wanneer deze instabiel raakt, kan een groot deel van de sarcofaag instorten.
„Het is natuurlijk koffiedik kijken; maar als dat gebeurt, kan opnieuw een grote ramp in die regio plaatshebben. De instortende constructie zal een flinke radioactieve stofwolk veroorzaken”, voorspelt Van Velzen. „Als het dan ook nog hard waait, raken de gebieden daaromheen opnieuw radioactief besmet.”
Hoewel de oude sarcofaag inmiddels is gestut, blijft zijn toestand precair; en hij kan onmogelijk van binnenuit worden gerepareerd. Het stralingsniveau in de reactor is nog altijd onvoorstelbaar hoog: het overschrijdt de veilige dosis 4,5 miljoen keer.
Het is zeker niet overbodig dat een nieuwe stalen constructie wordt geplaatst om het huidige afbrokkelende exemplaar te vervangen. De Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), die het project in Oekraïne mede financiert, kondigde in september 2007 aan dat het Franse consortium Novarka de nieuwe sarcofaag zal ontwerpen en bouwen.
Het bedrijf maakte in 2010 een eerste begin met de zogeheten New Safe Confinement (NSC). Deze enorme boogvormige stalen structuur van 257 meter breed, 164 meter lang en ruim 110 meter hoog moet het oude bouwwerk volledig overkoepelen. Novarka bouwt de constructie naast de centrale en zal deze in een later stadium via rails over reactor 4 schuiven.
De NSC overkapt uiteindelijk zo’n 740.000 kubieke meter radioactief vervuild puin, waarvan 16 ton bestaat uit uranium en plutonium. „Het gaat daarbij om hoogradioactieve splijtstof die bij de meltdown in 1986 naar de bodem van het reactorvat is gezakt”, weet Van Velzen.
De financiering van het project is nog lang niet rond. Van de benodigde 1,54 miljard euro was volgens de EBRD vorige week nog geen 40 procent binnen.
Novarka heeft in 2010 alvast de rails aangelegd. Verder is er nog niets gebeurd, terwijl het de bedoeling was dat de nieuwe overkapping in 2012 klaar zou zijn. Van Velzen: „Met het huidige tempo zie ik het ervan komen dat het op zijn vroegst 2015 of 2016 wordt.”
Om de rest van het financiële gat te dichten, organiseert de EBRD momenteel een bedelronde langs de partnerlanden, waaronder Nederland. „De bereidheid tot investeren is niet bepaald hoog”, constateert de journalist. Het armlastige Oekraïne kan het benodigde kapitaal al helemaal niet ophoesten en draagt een bescheiden 29 miljoen euro bij in de kosten.
Als de NSC eenmaal op zijn plek staat, kan de oude overkapping veilig ontmanteld worden. Instorten kan hij dan niet meer, en besmetting van de buitenwereld is zo goed als onmogelijk, aldus Van Velzen. „De NSC-constructie blijft volgens planning honderd jaar staan. Wanneer het stralingsniveau sterk is gedaald, kan de hele centrale worden afgebroken. Maar dat staat of valt met de beschikbare financiën.”
Fatale veiligheidstest
Uitgerekend een veiligheidstest resulteert in april 1986 in de kernramp van Tsjernobyl. De Sovjetautoriteiten willen het ongeluk stil houden; voor de eigen bevolking maar zeker ook voor de westerse wereld. De Koude Oorlog speelt immers nog volop.
In de nacht van 25 op 26 april krijgt een relatief onervaren nachtploeg opdracht een test uit te voeren om te zien of de koeling van de reactor ook bij stroomuitval blijft werken. Tijdens het experiment raakt de reactorkern echter oververhit. Een explosie blaast het 2000 ton zware deksel van het reactorvat en het dak vliegt van het gebouw, radioactieve deeltjes worden de atmosfeer in geblazen en er ontstaat een uitslaande brand.
Twee mensen overlijden ter plekke. Van de brandweerlieden die het vuur bestrijden, overlijden er 28 binnen een maand door de hoge dosis radioactieve straling waaraan ze zijn blootgesteld.
In de stad Pripjat, slechts 2 kilometer verderop, gaat het leven ondertussen gewoon door. De volgende dag doen geruchten de ronde van problemen in reactor 4. Maar het is een zomerse zaterdag en de inwoners genieten buiten van de zon. Pas de volgende dag, 36 uur na de ramp, evacueren de autoriteiten de hele stad. In de weken daarna zullen nog eens 116.000 mensen vertrekken uit de dorpen in de 30 kilometerzone rond de centrale die onbewoonbaar wordt verklaard.
De radioactiviteit die bij de explosie vrijkwam, heeft zich ondertussen via de hogere luchtlagen over een afstand van honderden kilometers verspreid. In Zweden gaat maandag 28 april het alarm af als werknemers van een kerncentrale de stralingsdetector passeren. Al snel stellen ze vast dat de besmettingsbron in de Sovjet-Unie moet liggen.
Toch ontkent Moskou in eerste instantie dat er problemen zijn. Pas ’s avonds legt het Russische persbureau TASS aan buitenlandse media een officiële verklaring af waarin –in vijf zinnen– melding wordt gemaakt van ”schade” aan de reactor in Tsjernobyl. De Sovjetkranten zelf zwijgen over het ongeval.
In de eerste tien dagen na het ongeluk valt in een groot deel van Europa radioactieve neerslag. Wit-Rusland, even ten noorden van Tsjernobyl, krijgt zonder hiervan op de hoogte te zijn de meeste fall-out te verduren. Rond 2 mei bereikt de radioactieve wolk Nederland en België.
Zodra de brand in Tsjernobyl is geblust, worden grote brokken radioactief materiaal in de krater van het verwoeste gebouw geworpen en begint de bouw van een betonnen constructie –de sarcofaag– om de radioactiviteit binnen reactor 4 te houden en de gesmolten reactorkern af te schermen van regen en wind. In november 1986 is het omhulsel af.
Na verloop van tijd worden de overige drie reactoren van de kerncentrale weer in bedrijf genomen. Mede onder druk van de Amerikaanse president Bill Clinton wordt de energiecentrale in Tsjernobyl op 15 december 2000 voorgoed gesloten.
Dit is de laatste aflevering in een zevendelige serie artikelen over de gevolgen van de kernramp van Tsjernobyl.