Koninklijk Huis

Winterkoning Frederik

”Winterkoning” is de bijnaam van Frederik V, keurvorst van de Palts. Hij was een kleinzoon van prins Willem I van Oranje, die in 1575 een derde huwelijk had gesloten met Charlotte de Bourbon.

5 June 2003 16:26Gewijzigd op 14 November 2020 00:21

Charlotte kreeg zes dochters, van wie Louise Juliana de oudste was. Deze Oranjeprinses trouwde met Frederik IV van de Palts, leider van de Duitse protestantse Unie.

Toen de keurvorst overleed, bleef zijn vrouw op het stamslot in Heidelberg met acht kinderen achter. Haar oudste zoon volgde zijn vader op 14- jarige leeftijd op als keurvorst Frederik V (1596-1632, geboren te Amberg). Louise Juliana huwelijkte hem in 1613 uit aan prinses Elizabeth Stuart, dochter van de protestantse Jacobus I van Engeland.

Aanvankelijk was hun leven een groot feest. Frederik V zeilde met zijn bruid de Noordzee over en landde in Vlissingen, waar zijn neven prins Maurits en Frederik Hendrik van Oranje hem warm onthaalden. Over de Rijn voer de bruidsvloot naar Heidelberg aan de Neckar.

Frederik en Elizabeth lieten het riante Heidelbergse slot in de loop der jaren uitbreiden en zorgden voor de aanleg van de Hortus Palatinus, de terrastuinen die ”het achtste wereldwonder” werden genoemd. Elizabeth bracht in de loop van haar huwelijk dertien kinderen -acht zoons en vijf dochters- ter wereld, de miskramen niet meegerekend.

In 1619 overleed de rooms-Duitse keizer Matthias. Hij werd opgevolgd door de strenge rooms-katholieke Ferdinand II. Daar hadden de Boheemse steden geen vrede mee. Ze kozen zelf de leider van de protestantse Unie, keurvorst Frederik V, tot hun nieuwe koning en nodigden hem uit om zich in Praag te laten kronen - het was dus een onwettige kroning.

Frederiks moeder probeerde haar zoon ervan te weerhouden, maar Elizabeth zag het helemaal zitten. Vervolgens reisde het ambitieuze echtpaar naar Bohemen. In Praag werden ze toegejuicht door het protestantse deel van de bevolking.

De jezuïeten die in de Pfalz een harde oppositie voerden tegen de protestanten, spotten dat Frederik V de kroon van Bohemen niet langer dan één winter zou dragen. Ze spraken van de Winterkoning en de Winterkoningin, een naam die geschiedenis zou maken. Frederik en Elizabeth richtten de burcht aan de Moldau naar hun smaak in en zetten hun bestaan voort met jachtpartijen en banketten.

In de winter van 1620 klopte het keizerlijk leger aan bij de poort, onder aanvoering van de beruchte veldheer Tilly. De koning van Bohemen verzamelde zijn zwakke troepen, maar moest de enorme nederlaag machteloos aanzien. Het koningspaar kon alleen nog maar vluchten.

Elizabeth trok naar Silezië terwijl haar man zijn toevlucht zocht in Moravië. Ze waren in de rijksban gedaan en vogelvrij verklaard. De trouwe begeleidster van Elizabeth was haar hofdame Amalia van Solms. In een verlaten fort schonk Elizabeth het leven aan haar vijfde kind. Het was een zoon, die ze vernoemde naar haar aangetrouwde neef prins Maurits van Oranje.

Prins Maurits bleek de enige prins die de keizerlijke banvloek op het paar trotseerde. Hij verleende de vluchtelingen politiek asiel. Elizabeth bereikte met Amalia Den Haag en nam haar intrek in het Hof van Wassenaer op Kneuterdijk 24, de voormalige woning van Johan van Oldenbarnevelt.

De Winterkoning voegde zich bij haar en het gezin werd herenigd. Intussen was het keurvorstelijk paar al zijn bezittingen kwijtgeraakt en begonnen de ballingen hun bestaan van hopen op herovering van de Boheemse troon.

Amalia van Solms trouwde in 1625 met Maurits’ opvolger Frederik Hendrik, wat de band met de Oranjes versterkte. Hoewel er werd geklaagd over het geldverslindende vorstelijke gezin op de Kneuterdijk, bleven de Oranjes de Winterkoning loyaal. Ondanks hun torenhoge schulden verleenden ze het stadhouderlijke hof een vorstelijke allure, wat met name Amalia streelde. Het koninklijke paar had om een of andere reden in Rhenen een buitenplaats gevonden. In 1629 kreeg Frederik van de Staten het Agnietenconvent aangeboden. Men hoopte dat het verblijf van de vorst economisch vertier zou brengen in Rhenen.

Frederik en Elizabeth voelden zich goed thuis in Rhenen. De Winterkoning kocht er het terrein waarop scholen stonden en de grond met het tolhuis. In 1631 kreeg hij toestemming de tuinen te gebruiken: dit werd later de Koningsboomgaard. Er zou ook een Konigspaleis zijn gebouwd, maar daarvan is in de archieven niets terug te vinden. Het paar organiseerde jachtpartijen en vertoefde nogal eens op de Grebbeberg - met het fraaie uitzichtspunt dat niet voor niets de naam Koningstafel draagt.

De Winterkoning heeft niet lang van Rhenen kunnen genieten. Hij kwam in 1632 om het leven tijdens een van de veldtochten van de Zweedse koning Gustaaf Adolf en liet een ontroostbare Elizabeth achter. Zijn weduwe zette alleen de strijd om de herovering van de Palts voort; ten behoeve van haar oudste zoon Karel Lodewijk. Wel was Elizabeth naar verluidt elke zomer in het paleis bij Rhenen te vinden.

De Winterkoningin zou Praag noch Heidelberg terugzien. Ze stierf eenzaam en alleen na ruim veertig jaren ballingschap in 1662 in Engeland. Haar zoon Karel Lodewijk, die bij de Vrede van Westfalen (1648) de Rijnpalts had teruggekregen, woonde inmiddels op het stamslot in Heidelberg. Hij had nog geen geschikte gelegenheid kunnen vinden zijn moeder uit te nodigen voor een bezoek.

Tot 2 november wordt in de geboortestad van Frederik V, Amberg, een grote tentoonstelling gehouden onder de titel ”Der Winterkönig”, in het Stadtmuseum Amberg, Zeughausstraße 18.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer