Zij krijgen daar, evenals EU-burgers, recht op onderwijs, medische zorg en minimale verzorging. Alleen Duitsland, dat kampt met een hoge werkloosheid, mag hen onder bepaalde omstandigheden het recht op werk weigeren.

De Europese ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie maakten daarmee donderdag in Luxemburg een einde aan een langdurige juridische strijd over de rechten van zogeheten derdelanders. Hun familieleden krijgen ook het recht om zich na vijf jaar verblijf in de ene EU-lidstaat te vestigen in een ander land, als een familielid bijvoorbeeld voor zijn of haar werk is overgeplaatst. Het is nog onduidelijk of dat ook geldt voor buitenlandse paren van hetzelfde geslacht, die in Nederland een homohuwelijk zijn aangegaan.

Op een ander heikel punt, het recht op arbeid voor vluchtelingen, is donderdag nog geen overeenstemming bereikt. Duitsland ligt hier ook dwars. Nu de werkloosheid daar oploopt tot ruim 4,5 miljoen wil de regering-Schröder voorkomen dat de arbeidsmarkt wordt overspoeld door goedkope tijdelijke arbeidskrachten die asiel hebben aangevraagd in Duitsland.