Dat blijkt uit een deze week verschenen onderzoek van het gereformeerd vrijgemaakte Steunpunt Kerkenwerk naar de loopbaan van predikanten in de GKV.

Uit het onderzoek blijkt onder meer dat predikanten en gemeenten zeer positief zijn over het „klassieke” beroepingswerk. Van de predikanten geeft 62 procent aan negatief tot zeer negatief tegenover solliciteren te staan.

Zo’n 8 procent van de predikanten ziet „roeping” als het enige doorslaggevende aspect bij het overwegen van een beroep. Ruim de helft van de predikanten geeft aan dat ze (im)materiële aspecten in overweging nemen, maar dat de roeping het belangrijkst is.

Bijna een kwart van de predikanten bespreekt zijn persoonlijke voorkeur ten aanzien van de verschillende taken niet met de kerkenraad. Wel maakt 93 procent van de predikanten afspraken met de kerkenraad over welke taken binnen het takenpakket vallen. Er is door 66 procent van predikanten afspraken gemaakt welke taken buiten het takenpakket vallen.

Negen op de tien predikanten zijn tevreden tot zeer tevreden over het beloningssysteem. Van de predikanten is 8 procent ontevreden tot zeer ontevreden. Bijna een derde van de predikanten geeft aan nooit een andere professie te overwegen.

Gemeenten hebben er vooral behoefte aan dat de predikant zich ontwikkelt op het gebied van het uitdragen van het Evangelie en het pastoraat. Predikanten willen zich vooral ontwikkelen op het gebied van leerprocessen begeleiden, kerkregering en gemeenteopbouw.