Reddingsplan net op tijd voor knoflookpad in Limburg
Staatsbosbeheer moet vanwege bezuinigingen 60 procent van zijn budget inleveren. Soortenbescherming Nederland waarschuwde deze week dat daardoor kwetsbare planten- en diersoorten zullen verdwijnen. Bijvoorbeeld de knoflookpad.
De natuur liet zich van haar mooiste kant zien deze week in Nationaal Park De Meinweg. Een boomleeuwerik zingt dat het een lieve lust is, de koekoek roept zijn eigen naam, een grauwe gans laat luid gakkend weten dat er mensen in het gebied zijn. Een kaalgeschuurde berkenboom en een lichte varkensgeur verraden dat de wilde zwijnen nog maar net vertrokken zijn.
In de Herkenbosscherheide –onderdeel van De Meinweg– is iets onnatuurlijks te zien: om een vennetje staat een 30 centimeter hoog scherm van zwart plastic. Aan beide kanten is om de 10 meter een emmer ingegraven. Ecoloog Rob Geraeds van de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen in Limburg (IKL-Limburg) controleert deze morgen welke diertjes er deze nacht in de emmers gevallen zijn.
De oogst bestaat alleen uit groene kikkers. Prachtige, felgroene amfibieën, maar daar is Geraeds niet voor gekomen. De ecoloog houdt al jaren de populatie knoflookpadden in De Meinweg in de gaten. „Ik vind de knoflookpad een intrigerend beest: je ziet hem bijna nooit omdat hij zich overdag ingraaft in het zand. Alleen in het voorjaar komt hij naar het water voor de voortplanting. Daar kan hij onder water kwaken. Het moet echt heel stil zijn als je hem wilt horen.”
Helaas gaat het erg slecht met de knoflookpad in Nederland. In Limburg is hij bijna verdwenen, in De Meinweg zijn dit voorjaar slechts zeven exemplaren gesignaleerd. Vooral de waterkwaliteit breekt de knoflookpad op, zegt Geraeds. „Het water is te zuur, te voedselarm. De larven van de knoflookpad kunnen enorm groot worden: wel 18 centimeter lang. Om zo groot te worden, hebben ze veel voedsel nodig. Als dat er niet is, overleven ze het niet.”
De Projectgroep Knoflookpad Nederland (PKN) heeft een reddingsplan opgesteld voor de populatie in Nederland. De padden in voedselarme poelen zoals op de Herkenbosscherheide worden gevangen en verplaatst naar een kooi in een vennetje dat wel voedselrijk is. In de kooi worden de eiersnoeren opgevangen.
Boswachter John Drittij van Staatsbosbeheer laat het zien. Aan de overkant van de weg ligt een stuk grasland, dat compleet omgewoeld is door de zwijnen. Daarachter ligt een vennetje. Het gekwaak van de groene kikkers is heel duidelijk te horen. Midden in het water staat een grote kooi met een geplastificeerd A4’tje erop. Wandelaars worden vriendelijk verzocht de amfibieën „niet aan te raken of uit de emmers te halen.” De knoflookpadden in de kooi laten zich niet zien.
De PKN hoopt jaarlijks uit de eisnoeren enkele duizenden jonge knoflookpadden te kweken. „In de natuur worden eitjes en larven veel gegeten door bijvoorbeeld vissen, libellenlarven, vogels en vossen. Bij ons zijn er geen predatoren en krijgen de kikkervisjes genoeg te eten,” aldus onderzoeker B. Crombaghs van Natuurbalans-Limes Divergens BV.
Een veel groter gevaar van een krimpende populatie is inteelt. „Knoflookpadden hebben de eigenschap dat ze elk voorjaar terugkeren naar hetzelfde water. Daardoor is de kans groot dat vaders met dochters paren, broers met zussen. De genetische kwaliteit gaat daardoor achteruit.”
De PKN gaat onderzoeken of het noodzakelijk is om jonge padden uit verschillende leefgebieden te mengen en zo de genetische variatie te herstellen. Crombaghs: „We hebben veel geleerd van het reddingsplan voor de hamster in Limburg. Er werd veel geld en tijd gestoken in een betere leefsituatie voor het beestje, maar door inteelt ging het aantal hamsters toch nog omlaag. Pas toen er dieren uit België en Duitsland bijkwamen, groeide de populatie weer en werd het herstelproject een groot succes.”
De PKN ziet het kweken van jonge knoflookpadden als „een laatste redmiddel”, zegt Crombaghs. „Uiteraard is herstel van de leefgebieden, waardoor de soort uiteindelijk weer op eigen kracht kan overleven veel belangrijker. Staatsbosbeheer wil daarvoor in De Meinweg enkele behoorlijke ingrepen doen zoals het licht bemesten van graslanden met een beetje stalmest. Daardoor worden sommige wateren iets voedselrijker en weer geschikt voor larven van de knoflookpad.”
De onderzoeker vreest echter dat bezuinigingen roet in het eten zullen gooien. „Staatsbosbeheer moet het met 60 procent minder geld doen. Grote kans dat er geen budget meer is voor de knoflookpad.”
Crombaghs denkt dat de huidige natuurbezuinigingen in de toekomst voor grotere kosten zullen zorgen. „Kwetsbare soorten waar Nederland verantwoordelijk voor is, sterven uit. De Europese Commissie tikt ons hiervoor straks gegarandeerd op de vingers omdat Nederland zijn verantwoordelijkheden voor de bescherming van leefgebieden van ernstig bedreigde diersoorten niet is nagekomen. Dan moet er weer een duur herintroductieprogramma komen om die soorten weer terug te krijgen. Dat kost veel meer dan plannen die nu na jaren voorbereiding van start kunnen gaan van tafel vegen. De natuur is er de dupe van.”
Knoflookgeur
De knoflookpad heeft zijn naam te danken aan het vocht dat hij afscheidt als hij zich bedreigd voelt. Dit goedje ruikt naar knoflook. Vreemd genoeg doet het beest dit bijna nooit als hij door mensen wordt beetgepakt.