Israëliërs in het buitenland krijgen het advies extra voorzorgsmaatregelen te treffen. Tienduizenden van hen zijn momenteel op vakantie om Pesach te vieren. In februari werd hun al aangeraden onder andere Turkije en Egypte te mijden en om zich niet onder grote groepen landgenoten te begeven.

Hezbollahlid Talal Hamia zou een kleine maar goed georganiseerde eenheid leiden die de aanslagen in het buitenland voorbereidt. Hamia wordt ervan verdacht medeverantwoordelijk te zijn voor de bloedige aanslagen op de Israëlische ambassade en een Joods gemeenschapsgebouw in Buenos Aires in 1992 en 1994.

Hamia zou nauw samenwerken met zijn bodyguard Ahmed Faid en vanuit Hezbollah ondersteuning ontvangen van explosieveningenieur Ali Najam al-Din en van bommenbouwer Malik Ovayad, die eveneens betrokken zou zijn bij de aanslag van 1992 in Argentinië.

De door Iran gesteunde Hezbollah is volgens Israël uit op wraak voor de moord op het hooggeplaatste Hezbollahlid Imad Mughniyah in Damascus in 2008. Hiervan wordt aangenomen dat Israël erachter zat.

Na de dood van Mughniyah nam Hamia zijn positie over. Hij krijgt sindsdien zijn bevelen van Hezbollahleider Hassan Nasrallah, maar ook van generaal Kassem Suleiman, de leider van de al-Qudsdivisie van de Iraanse Revolutionaire Garde.

Al eerder zag Hezbollah zijn voorbereidingen voor aanslagen verijdeld door diverse internationale veiligheidsdiensten. Dit gebeurde in 2008 in Thailand en Egypte en in 2009 in Turkije.

In 2009 werden onder andere twee leden van Hezbollah opgepakt omdat ze een aanslag met autobommen op de Israëlische ambassade in Azerbeidzjan zouden voorbereiden.