„Meer Friese identiteit door FNP in college”
MANTGUM – Voor het eerst in haar 49-jarig bestaan zit de Frysk Nasjonale Partij in het college van Gedeputeerde Staten) van Friesland. Woensdag werd er een gedeputeerde van de FNP geïnstalleerd. Valt nu een afscheiding door ”Fryslân” te verwachten? Een gesprek met de „gematigde” fractievoorzitter van de FNP, Annigje Toering-Schuurmans.
De woonplaats van Annigje Toering, Mantgum, ligt in het weidse Friese weidelandschap. Boerderijen, zwartbonte koeien en pittoreske dorpjes onderbreken de skyline. In dit land van rust en ruimte neemt Toering haar Statenstukken door. Die schuift ze opzij voor een interview, iets wat ze de afgelopen tijd vaker heeft moeten doen.
In accentloos Nederlands: „In de provinciale campagne hebben we veel aandacht gekregen vanwege de sleutelrol van de Onafhankelijke Senaatsfractie in de Eerste Kamer. Wij participeren in deze partij en die is met 50Plus de enige groepering die niet bij voorbaat voor of tegen het kabinet is. Helaas hebben deze en andere landelijke kwesties de campagne voor de Provinciále Statenverkiezingen overschaduwd.”
Waarom werd in 1962 de FNP opgericht?
„Veel Friezen spraken destijds hun eigen taal, maar er was in het beleid weinig aandacht voor de plaats van de Friese taal in het onderwijs en de cultuursector. En dat terwijl de rijksoverheid zich daar wel toe had verplicht. Daardoor zijn er nu hele generaties Friezen die geen Fries spreken.”
Wat bepaalt eigenlijk de Friese identiteit?
„Onze taal vormt een belangrijk onderdeel van de Friese eigenheid. Verder zorgt de ruimte hier ervoor dat wij ons ”Frysk en frij” voelen.”
Was de FNP succesvol in haar strijd voor de Friese taal en cultuur?
„Uiteindelijk wel. Sinds 1955 waren er wel wat tweetalige scholen, maar het Fries kreeg alleen aandacht in de toenmalige klas 1. Inmiddels zijn, mede door de invloed van onze partij, zo’n 80 à 90 van de 500 Friese basisscholen tweetalig. Daarvan zijn er 41 zelfs drietalig: Nederlands, Fries en Engels. Ook zijn er 102 meertalige peuterspeelzalen in onze provincie.
In het voortgezet onderwijs staat de aandacht voor tweetalig onderwijs, met Fries, echter nog in de kinderschoenen. Ook daalt het aantal jongeren dat examen doet in Fries gestaag.
Wel is er sinds kort op de pabo in Friesland aandacht voor de drietalige school. Ook hebben Provinciale Staten in de vorige periode een digitale universitaire campus gesticht, gericht op tweetaligheid en waterbouwkunde.”
De andere partijen laten toch ook hun Friese gevoelens blijken?
„Ja, maar wij hebben altijd de kar getrokken. Wij zijn overigens vrij gematigd. De Friese beweging is radicaler. Die laat zich duidelijk horen als bijvoorbeeld een bedrijf in Friesland een telefoontje niet in het Fries kan beantwoorden. Op zich terecht, want als zo’n bedrijf kwaliteit wil bieden, moet het die service kunnen bieden. Verder: wij zijn nationaal, niet nationalistisch. Aan dat woord zit een negatieve bijklank. En wij streven niet naar meer bestuurlijke autonomie, alleen naar meer culturele autonomie.”
Hoe komt het dat uw partij pas na een halve eeuw mag gaan besturen in de provincie?
„In 2003 kwamen we op het hoogtepunt van het aantal zetels: 7. Toen kwam ik zelf ook in de Staten. Dat resultaat hadden we te danken aan ons verzet tegen de komst van een zweeftrein naar Friesland. De gevestigde partijen waren daar echter voor, en daardoor bleven we buiten Gedeputeerde Staten.
Vier jaar erna werden de Staten verkleind en waren we blij met onze 5 zetels. Toen vielen we in de collegebesprekingen net buiten te boot omdat het CDA liever de ChristenUnie erbij had, als tegenwicht tegen de PvdA. Er zaten echter al veel van onze punten in het toenmalige coalitieakkoord. Mede daardoor stelden we ons de afgelopen periode constructief op.
Dit keer zitten we er wel bij. Wij zijn een centrumlinkse partij die heel goed in dit college met PvdA en CDA past.”
Wat is jullie inbreng in het coalitieakkoord?
„Dankzij onze inbreng gaan drie windmolenparken niet door. Wij vinden dat landschapsvervuiling. Wij zijn voor windmolens op zee, al is dat duurder. Verder wordt de zoutwinning in Noordwest-Friesland milieuvriendelijker uitgevoerd. Er wordt schuin geboord in de Waddenzee. Denk niet dat er nu een onafhankelijk Fryslân komt. Maar wel meer nadruk op de Friese identiteit.”