Alle verlichtingsideologieën zijn tot veel geweld in staat
Volgens dr. Bart Jan Spruyt (RD 16-4) leidt vooral links denken tot geweld. Dr. Ad Prosman is het daar niet mee eens. Alle ideologieën die uit de bron van de verlichting hebben gedronken, zijn in staat tot onvoorstelbaar veel geweld.
Spruyt schreef een uitvoerig essay over ”Het toverstokje en het zwaard”. Wat precies het thema van zijn bijdrage is, is lastig aan te geven. We herinneren ons nog de uitspraak van Fortuynaanhangers toen hun leider werd vermoord: „De kogel kwam van links.” Dat lijkt ook de boodschap van dit essay te zijn. Of toch niet? Het betoog schakelt ineens over op de Leidse hoogleraar Paul Cliteur. Dat is verwarrend, omdat daarmee de indruk wordt gewekt dat Cliteur ook links is. Maar Cliteur stond toch mede aan de wieg van de conservatieve Edmund Burke Stichting?
Spruyt doet het voorkomen dat links de grote boosdoener is en dat we met rechts veel beter af zijn. Rechts staat voor „moraal en fatsoen”, zo schrijft hij. En ook meent de conservatieve publicist dat „het daadwerkelijke geweld vooral door links gedachtegoed geïnspireerd wordt.”
De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900) was niet links. Hij had een walging van socialisme en van revolutie. Die walging kwam niet voort uit persoonlijke antipathieën, maar had te maken met de fundamentele uitgangspunten van zijn denken. Revolutie komt volgens Nietzsche voort uit een gevoel van frustratie. Zij is een uiting van kleinburgerlijke moraal: het gewone volk voelt zich achtergesteld en benadeeld en probeert daarom met alle geweld de macht in handen te krijgen. Maar juist de rechtse Nietzsche had ook een walging van het christelijk geloof.
Het verbaast mij dat in dit essay de indruk gewekt wordt dat rechts en religie op een bijna natuurlijke wijze samengaan. Gesteld dat dit het geval zou zijn: wat voor religie krijgen we dan? Het heeft er veel van weg dat Spruyt het secularisme geheel op het conto van links schrijft en rechts er het liefst buiten houdt. Hoe zit dat?
Zelf denk ik dat zowel links als rechts zich kan keren tegen religie in het algemeen en tegen Jodendom en christendom in het bijzonder. De Joden hebben zwaar geleden onder Stalin (links) en nog veel zwaarder onder Hitler (rechts). Zowel links als rechts put uit de bronnen van het seculiere verlichtingsdenken. Wanneer rechts kritiek heeft op de verlichting is die kritiek daarom al bij voorbaat gedoemd te mislukken omdat ze wordt geuit binnen de kaders van de verlichting.
Genocide
Rechts en geweld gaan heel goed samen. Nationalisme was aanvankelijk een liberaal idee, gedragen door de behoefte aan emancipatie. Als gevolg daarvan eisten verschillende etnische bevolkingsgroepen hun rechten op en wilden een eigen staat. Maar datzelfde nationalisme werd later gekoesterd door rechts. Het vaderland werd een afgod waaraan tallozen hun leven hebben geofferd.
Nationalisme heeft in de hele wereld, tot op de dag van vandaag, voor voortdurend oplaaiend geweld gezorgd. Minderheden worden niet geduld, tenzij zij zich geheel aan de meerderheidscultuur aanpassen. Democratie helpt hier niet, maar werkt in dit proces juist als een aanjager van geweld. In de premoderne samenlevingen konden minderheden bestaan en een eigen leven leiden, omdat zij toch geen macht bezaten. De macht berustte bij de elite. In een democratie zit iedereen –en dus ook de minderheden– aan de knoppen van de macht, en daarom vormen minderheden een extra gevaar. Ze moeten geneutraliseerd worden –de multiculturele samenleving– of, als dat niet gaat, eruit worden gewerkt.
Racisme is eveneens een uitvinding van de moderne tijd. Met dat racisme wisten rechtse stromingen wel raad. Vooral de Joden werden slachtoffer van het etnische, racistische denken. In de moderne tijd gold het Joodse geloof als zodanig niet meer als een reden om de Joden naar de periferie van de samenleving te duwen, zoals dat eeuwenlang het geval was. In de moderne tijd was hun ras voldoende reden om hen massaal om te brengen. Het simpele feit van hun bestaan betekende hun dood.
Ik wil er maar mee zeggen dat ideologieën die met volle teugen uit de bronnen van de verlichting gedronken hebben en nog drinken, tot onvoorstelbaar veel geweld in staat zijn. Het christelijk geloof tot zondebok te maken –zoals Cliteur doet– is wel erg oppervlakkig. Terecht dat Spruyt hem in dat opzicht met klem tegenspreekt.
Met deze opmerkingen wil ik graag twee dingen rechtzetten. In de eerste plaats: rechts is niet minder dan links in staat tot destructief geweld – tot genocide aan toe. In de tweede plaats: wie Cliteur wil bestrijden, moet op zoek gaan naar de wortels van de verlichting en ook naar de producten (de ideologieën) daarvan. Spruyt noemt de seculiere ideologieën wel, maar is zo geobsedeerd door het gevaar van links dat hij rechts de handen boven het hoofd houdt.
Moet een christen echt tussen rechts en links kiezen? Gaat het niet om iets anders? Groen van Prinsterer schreef: „Tegen de revolutie het Evangelie.” In mijn versie: tegen het denken van links en rechts het Evangelie.
De auteur is predikant in de Protestantse Kerk in Nederland te Hoogeveen. In 2007 promoveerde hij op een proefschrift over Nietzsche.