Buitenland

Voorzichtig optimisme na top in Aqaba

Israëliërs en Palestijnen hebben woensdag weliswaar besloten een nieuw hoofdstuk in hun betrekkingen te beginnen, maar de euforie ontbreekt. Voor de Israëlische en Palestijnse politieke leiders wacht nu de zware taak om de veelbelovende woorden om te zetten in de weerbarstige praktijk. En daar kan de desillusie makkelijk opdoemen.

Van onze correspondent
5 June 2003 11:22Gewijzigd op 14 November 2020 00:21

De woorden die de leiders uitspraken, waren belangwekkend. De Amerikaanse president George Bush stelde dat alle aanwezigen op de topconferentie in de Jordaanse havenstad Aqaba hetzelfde doel hebben: het heilige land moet verdeeld worden tussen de staat Palestina en de staat Israël. Deze moeten in vrede naast elkaar leven.

De Palestijnse premier Mahmoed Abbas erkende het lijden van de Joden door de geschiedenis heen. „Het wordt tijd dat er een einde komt aan al dat lijden”, stelde hij. Hij noemde het geweld tegen de Israëliërs „terrorisme” en geen verzetsdaden, zoals eerder door Palestijnen en hun medestanders was gedaan. Hij zei vastbesloten te zijn geweld en terrorisme tegen Israëliërs te stoppen, „waar zij ook zijn.”

Met deze laatste woorden gaf hij te kennen niet alleen tegen de bommen te zijn die in Israëlische stadsbussen ontploffen, maar ook tegen het doorzeven met kogels van auto’s die naar de Joodse nederzettingen op de Westoever en de Gazastrook rijden.

De Israëlische premier Ariel Sharon zei dat het niet in het belang van zijn land is dat het regeert over de Palestijnen. De Palestijnen moeten volgens hem in hun eigen staat over zichzelf regeren. Hij beloofde dat hij een onmiddellijk begin zal maken met de ontmanteling van de zogenaamde buitenposten van de Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Dat zijn heuveltoppen die door de kolonisten zijn ingenomen zonder dat de Israëlische autoriteiten daar toestemming voor hebben gegeven.

In de toespraken van de Israëlische en Palestijnse premier ontbraken echter ook een paar elementen waarnaar de andere partij wel had uitgezien. Abbas maakte geen verwijzing naar Israël als Joodse staat. Een dergelijke verwijzing zou inhouden dat de Palestijnen afzien van het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen. Israël wil niet dat zij terugkeren naar het gebied dat de Israëlische staat zal blijven, dus ruwweg het Israël van voor 1967. De vorige regering in Israël, die geleid werd door Ehud Barak van de Arbeiderspartij, ging wel akkoord met de komst van de vluchtelingen naar het gebied dat een Palestijnse staat zou worden.

Sharon anderzijds kondigde geen totale bevriezing van de nederzettingen aan. Zoals de Palestijnse terreur een doorn in het vlees is voor de Israëliërs, zo vormen de nederzettingen een voortdurende ergernis voor de Palestijnen. Door nederzettingen kunnen zij zich niet vrij bewegen tussen de diverse autonome Palestijnse gebieden en kunnen ze hun steden en dorpen niet uitbreiden zoals ze dat zouden willen. Bovendien belemmeren de nederzettingen aaneensluiting van het grondgebied waarop zij hun staat willen vestigen.

Op zich hoeven de leemtes in de toespraken nog niet veel te betekenen. De ”routekaart” is bedoeld als een kaart. Deze zet stap voor stap een traject uit voor beide partijen. Tot de toekomstige agendapunten zullen moeten behoren dat de Palestijnen het recht op terugkeer opzeggen en dat de Israëliërs afzien van uitbreiding van nederzettingen en van de ontmanteling van een groot aantal van deze dorpen.

De tijd tussen nu en die waarin de volgende belangrijke stappen worden genomen, is een zeer kwetsbare periode. De radicale islamitische groepen zoals de Hamas hebben reeds laten weten zich niet bij een staakt-het-vuren te zullen neerleggen. Abbas probeert met de Hamas tot een overeenkomst te komen, en dat zal mogelijk binnen enkele dagen lukken. Nieuwe terreuraanslagen zouden het vredesproces dat woensdag met enig optimisme is herstart, kunnen torpederen.

In Israël werpen de krachten tegen het vredesproces zich opnieuw in de strijd. Bij een demonstratie van radicaal rechts op het Sion Plein in Jeruzalem gisteravond waren 40.000 demonstranten aanwezig. Ze namen spandoeken mee met de leus: ”Het is verboden hun een staat te geven”. Het woordgebruik in het Hebreeuws was zodanig dat er een moreel kwaad mee werd uitgedrukt.

Minister Effi Eitam (Nationaal Religieuze Partij) riep: „Hoop op wat? Op terreur? Dit is de hoop van het kwaad. Onze hoop is om door te gaan met in dit land te leven, dat helemaal van ons is”, zei hij, daarbij doelend op Judea en Samaria.

Sharon moet rekening houden met de mogelijkheid dat de radicaal rechtse partijen in zijn coalitie, de NRP en de Nationale Unie, de coalitie verlaten als hij over enkele dagen begint met de ontmanteling van de buitenposten. Maar hij kan wel rekenen op steun van de Arbeiderspartij voor het vredesproces. Op dit moment zijn er nog geen besprekingen tussen Sharons Likud en de Arbeiderspartij over de vorming van een regering van nationale eenheid.

Sharon ondervindt ook oppositie binnen zijn eigen partij. De grote afwezige woensdag in Aqaba was minister Netanyahu (Financiën). Hij onthield zich vorige week van stemming in het kabinet over de ”routekaart”. Hij zegt tegen een Palestijnse staat te zijn en de verwachting is dat hij binnenkort -mogelijk na de eerste teleurstellingen- zijn offensief zal starten om het leiderschap in de Likud terug te winnen.

Likud-minister Limor Livnat (Onderwijs) sprak van een „routevalstrik.” Ze vroeg zich voor een gehoor van Joodse leiders in New York af of Israël de fout van het Oslo-proces gaat herhalen.

Het veiligheidsestablishment houdt rekening met het gebruik van vuurwapens en andere middelen door radicale Joodse elementen tegen soldaten en politieagenten als die overgaan tot afbraak van de illegale buitenposten. De toch al zware veiligheidsmaatregelen rondom Sharon zijn opgeschroefd. Premier Yitschak Rabin werd op 4 november 1995 door de nationaal-religieuze extremist Yigal Amir doodgeschoten bij een vredesmanifestatie. De veiligheidsdienst wil herhaling van zo’n drama natuurlijk voorkomen.

Toch was er woensdag sprake van een belangrijke ontwikkeling. De Palestijnen hebben officieel erkend dat terrorisme nergens toe leidt en dat Israël in vrede en veiligheid moet kunnen leven. In Israël gaat nu ook de Likud officieel akkoord met een Palestijnse staat. Het grootste deel van het politieke spectrum is tot de slotsom gekomen dat Israël niet vast kan houden aan de hele Westoever en Gazastrook, waar het moet regeren over 3,5 miljoen onwillige Palestijnen. Yasser Arafat, de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, was afwezig. Zijn naam werd zelfs niet eens genoemd. Dat was voor Sharon een belangrijke overwinning.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer