Ook Libische geestelijken willen democratie
BENGHAZI – Voordat de opstand in Libië losbarstte, heerste de geheime politie van Muammar Gaddafi in de moskeeën in het land. Islamitische geestelijken die als een gevaar werden beschouwd, werden opgesloten, gemarteld en vermoord.
Nu de opstandelingen in het oosten van het land het juk van Gaddafi’s regime hebben afgeworpen, gebruiken diezelfde geestelijken hun verworven vrijheid van meningsuiting om Gaddafi vanaf de kansel te geselen en de maatschappij te beschrijven die zij voor ogen hebben.
In tegenstelling tot wat het regime van Gaddafi beweert, namelijk dat al-Qaida verantwoordelijk is voor de opstand om op die manier een islamitische staat in Libië te stichten, vertellen veel bevrijde geestelijken hun gehoor dat het land een democratische burgerregering nodig heeft.
„We eisen onze rechten op, want dit is rechtvaardig. We eisen dat ons wordt verteld waar de rijkdom van het land is, want dit is rechtvaardig. En we eisen onze waardigheid op”, sprak de geestelijke Mohammed Taeb vrijdag in Benghazi tot een menigte van 500 mensen. „We eisen een beschaafde burgerstaat (…) We willen wat alle vrije mensen hebben!”
Taeb, die onder de heerschappij van Gaddafi zeven jaar in de gevangenis zat, drong er bij zijn gehoor op aan te werken aan een burgerregering en vrijheid van meningsuiting en vergadering. Hij genoot er zichtbaar van om naar Gaddafi uit te halen en noemde hem een „pummel, een bizarre gek.”
Zijn oproep, die in veel moskeeën in het oosten van Libië klinkt, weerspiegelt het standpunt van de politieke leiding van de twee maanden oude opstandelingenbeweging in Benghazi, de tweede stad in het land. Deze leiding zegt een burgerdemocratie te willen, waarin religie slechts een beperkte rol speelt. Het plaatselijke kantoor voor religieuze aangelegenheden –dat ooit onder het strenge toezicht van Gaddafi stond– wordt nu bevolkt door gematigde geestelijken die nieuwe imams controleren op extremistische overtuigingen.
Religie speelt een belangrijke rol in het leven van de gewone Libiër. Gesprekken zijn vaak doorspekt met citaten uit de Koran en de moskeeën zijn tijdens het vrijdagmiddaggebed overvol. Nu imams in het oosten van het land een grote mate van vrijheid van meningsuiting genieten, kunnen zij hun religie ook meer openlijk belijden.
In het verleden moesten geestelijken verplicht de socialistische, antikoloniale retoriek van Gaddafi verkondigen. Omdat de leider moskeeën niet zomaar kon sluiten, zoals hij dat met andere instellingen wel kon, stelde hij ze onder streng toezicht. Om gehoorzaamheid te waarborgen, woonde de geheime politie vaak preken bij en kregen geestelijken in sommige gevallen een tekst voorgeschoteld die zij letterlijk moesten voordragen.
„Alle preken stonden in het teken van de politiek en ideeën van Gaddafi”, aldus de islamitische geleerde Ghaith al-Fakhri. Ieder teken van verzet of onafhankelijkheid kon leiden tot arrestatie. In gebieden die nog steeds onder Gaddafi’s heerschappij vallen, wordt dit soort onderdrukking dagelijks toegepast.
De spanningen tussen religieuze leiders en het regime liepen in de jaren negentig uit de hand door de opkomst van de Libische Islamitische Strijdersgroep. Deze groepering voerde aanvallen uit op het regime en streefde de invoering van een islamitische staat na. Het regime beantwoordde het geweld door duizenden vermoedelijke islamisten, onder wie veel onschuldigen, op te pakken. Veel leiders van de beweging overleden in de gevangenis, anderen vluchtten naar Irak of Afghanistan.
De leiding van de groepering zwoer in 1999 geweld af en onderhandelde over de vrijlating van honderden gevangenen, zei Human Rights Watch. Tijdens het optreden van het regime werden vooral imams verdacht.
Ook Taeb werd beschuldigd van het onderhouden van banden met extremisten toen hij in 1999 werd ingerekend. Volgens hem was de werkelijke reden van zijn arrestatie dat hij het regime indirect bekritiseerde door te spreken over sociale ongelijkheid. Ook vroeg hij zich openlijk af waarom de wegen en de gezondheidszorg zo slecht waren in een land dat zo’n grote olierijkdom herbergde.
Rita Katz, hoofd van de Amerikaanse inlichtingenorganisatie SITE, zei dat al-Qaida de opstand in Libië beschouwt als een mogelijkheid om in het land voet aan de grond te krijgen en dat ook andere groeperingen jihadisten opdragen naar Libië te reizen.
Die mogelijkheid is zeker aanwezig, maar een stabiel, democratisch Libië kan dit voorkomen. „Als we eenmaal een democratisch systeem hebben en iedereen zich in het politieke leven kan uiten, zal er geen behoefte zijn aan radicaal gedrag”, aldus hoogleraar politieke wetenschappen Zahi Mogherbi.