Van bank wisselen met behoud van je rekeningnummer
Het meenemen van je nummer naar de concurrent is al jaren een fluitje van een cent. Bij telefoniebedrijven althans. Bij banken wil dit proces nog niet zo vlotten.
En daaraan moet snel een einde komen, vindt D66-Tweede Kamerlid Koolmees. Onlangs diende hij, met zijn collega Braakhuis van GroenLinks, een motie in die minister De Jager van Financiën ertoe oproept nu toch echt haast te maken met de zogenoemde nummerportabiliteit in het bankwezen.
Koolmees: „Nummerbehoud maakt het voor de rekeninghouder makkelijker om bij ontevredenheid over bijvoorbeeld dienstverlening of bonussen te stemmen met de voeten en dus een nieuwe bank op te zoeken. De klant komt zo meer centraal te staan, wat goed is voor de concurrentie tussen banken.”
Het Kamerlid weet zich gesteund door de Consumentenbond. Toch wil woordvoerder Vanessa Rompelberg niet zeggen dat banken overstappers op dit moment onvoldoende zouden faciliteren. In 2004 is daartoe door banken de zogeheten overstapservice (overstapservice.nl) in het leven geroepen: een dienstverlening die ervoor zorgt dat bij verandering van bank –en dus van nummer– dertien maanden lang alle incasso’s van het oude naar het nieuwe nummer worden overgezet.
In theorie heeft de klant hier geen omkijken naar. „En het gaat ook best goed”, zegt Rompelberg. „De dienst is recent door ons beloond met een dikke zeven.”
Toch is nummerbehoud ook haar ideaal. „Echte concurrentie tussen banken krijg je pas wanneer klanten geen enkele belemmering meer ervaren om van bank te wisselen. Maar omdat je nu je nummer niet kunt meenemen, ervaren mensen dit toch als een hoop gedoe. Ze vragen zich bijvoorbeeld af of ze oma van hun overstap op de hoogte moeten stellen, of de Donald Duck.”
Koolmees benadrukt dat de overstapservice in theorie de rompslomp van consumenten zou moeten wegnemen, maar dat de praktijk veelal weerbarstiger is. „Klanten moeten vaak toch nog zelf aan de bel trekken om allerlei wijzigingen door te geven. Bovendien bleek onlangs uit onderzoek dat ruim 40 procent van de klanten ontevreden is over de dienstverlening van zijn bank, maar slechts een klein deel daarvan daadwerkelijk van bank wisselt uit angst voor de rompslomp.”
Dat De Jager in een reactie op Koolmees –waarin hij toezegde met een plan van aanpak te komen– onlangs verwees naar trage besluitvorming in Europa, overtuigt Rompelberg niet. „Als we op Europa moeten wachten, weet je één ding zeker: nummerportabiliteit gaat dan nog heel erg lang duren.” Bovendien, zegt Rompelberg, zo ingewikkeld kan het toch allemaal niet zijn? „Bij telefoonnummers is nummerbehoud al jaren gemeengoed, waarom dan niet met rekeningnummers?”
De vergelijking met telefoonnummers gaat echter niet op, meent Marcel Woutersen van Equens, de organisatie die in opdracht van banken het betalingsverkeer regelt. „Was het maar zo simpel. Bij mobiele telefonie is er al jaren sprake van een uniforme standaard. Dan heb je dus ook een gezamenlijk vertrekpunt.”
Bij banken ligt dit volgens hem anders. „Het betaalverkeer verschilt per land en per bank. Neem in Nederland alleen al het verschil tussen bank- en gironummers.” Internationaal gezien is het nog gekker. Woutersen: „Er zijn landen in Europa waar verschillende mensen exact hetzelfde nummer hebben.”
Om toch enigzins orde in die chaos te scheppen en tegelijkertijd de kosten van het internationale betalingsverkeer te drukken (overschrijvingen, incasso’s) is enkele jaren geleden een aanvang genomen met de invoering van één Europees betaalsysteem, de zogenaamde Single Euro Payments Area (SEPA).
Eerste stap op weg naar die volledig geïntegreerde EU-betaalmarkt is de IBAN-/BIC-nummering waarbij aan het oude, vertrouwde rekeningnummer een soort postcode wordt toegevoegd die bestaat uit een landencode en een bankencode. Ter illustratie: het huidige ABN AMRO-nummer 0417164300 verandert dan in NL91ABNA0417164300.
In de ogen van Koolmees moet het mogelijk zijn om een klant die overstapt van ABN AMRO naar Rabobank vervolgens het nummer NL91RABO0417164300 te geven, waarmee hij zijn vertrouwde nummer houdt, waarbij alleen de ‘postcode’ verandert.
En dat kan ook prima, zegt Woutersen van Equens, maar voor die ogenschijnlijk simpele verhuizing moeten wel flink wat wijzigingen worden aangebracht in de betalingssoftware, stelt hij. „Uiteraard is niets onmogelijk. We deden het al eerder, zoals bij de millenniumwisseling en de invoering van de euro.”
Maar goedkoop gaat het allemaal niet worden, meent Woutersen. „De totale kosten van het napluizen van alle systemen is me niet helemaal duidelijk, maar alleen voor ons bedragen die naar schatting al snel enkele tientallen miljoenen euro’s. Maar ook banken maken kosten en die zijn waarschijnlijk vele malen hoger.”
Dat laatste kan Gijs Boudewijn, hoofd betalingsverkeer en veiligheid bij de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), alleen maar beamen. Het kostenplaatje voor de banken heeft hij ogenblikkelijk paraat: 262 tot 512 miljoen euro. „Die getallen staan in mijn geheugen gegrift. Zo’n acht jaar geleden hadden we namelijk precies dezelfde discussie. Wij hebben de overheid toen kunnen overtuigen dat met veel minder geld toch het belangrijkste doel kon worden bereikt: namelijk om de incasso’s van de UPC’s en Eneco’s van deze wereld over te zetten bij een overstap.” Zo is volgens hem de overstapservice in het leven geroepen, waarvan zo’n 80.000 klanten per jaar gebruikmaken. „Die dienst kostte slechts 15 miljoen euro.”
Het voordeel van het kunnen meenemen van je rekeningnummer moet wat Boudewijn betreft ook weer niet worden overdreven. „Natuurlijk, je maakt overstappen nét even makkelijker dan het nu al is. En het is zeker niet onmogelijk: we kunnen ook mensen op de maan zetten. Maar het is wel een dure grap. En wie gaat dat betalen? Uiteindelijk krijgt iemand de rekening gepresenteerd.”
Bovendien: wat bereik je ermee, zegt de NVB’er. „Welk probleem los je eigenlijk op? Feitelijk niets, alleen een hoop emotie. Want met alleen je nummer meenemen ben je er nog niet. Je krijgt tóch nieuwe pasjes en je moet je persoonlijke lening bij bank X overzetten naar bank Y.”
Toch zou het Woutersen niet verbazen als de politiek banken er ooit toe zal dwingen. „Het huidige politieke klimaat tegenover banken is best wel eng. Op dit moment kun je van alles verwachten”, zegt hij, wijzend op de onlangs aangenomen motie in de Tweede Kamer om bonussen bij banken die staatssteun genieten met terugwerkende kracht voor 100 procent te belasten.
Boudewijn: „Laten we wel ons gezond verstand blijven gebruiken. Als ik verhuis, wil ik ook mijn postcode wel meenemen, maar dat gaat ook niet. En in België kun je het kenteken van je auto houden als je een andere aanschaft. Dat lijkt mij ook erg fijn, maar daar hoor ik nooit iemand over.”
De betalingsverkeerexpert „snapt heel goed” dat wat hij zegt klinkt als onwil. „Willen we het dan niet, nummerportabiliteit? Het antwooord is ja én nee. Hoe gemakkelijker klanten hun biezen kunnen pakken, des te beter doe je als bank je best om hen tevreden te houden. Daar kun je gewoonweg niet tegen zijn. We zijn dus zeker wel voor. Maar niet hier en nu. Niet op dit moment en ook nog eens alleen maar in Nederland.”
Nederlandse banken nú verplichten tot nummerbehoud is namelijk geld wegsmijten, meent Boudewijn. „De langere Europese nummers die we uiterlijk in 2014 op onze betaalpassen gaan zien, zijn slechts een tussenoplossing. Het is de brug van het huidige systeem naar een volstrekt uniforme Europese standaard voor rekeningnummers.”
En dan krijgt iedereen in Europa hoogstwaarschijnlijk een volledig nieuw nummer, meent Boudewijn, waarna we straks kunnen overstappen naar banken in heel Europa. „Ooit is uitgesproken dat we daar naartoe willen binnen Europa. Of we dat nog steeds willen is de discussie waar we nu middenin zitten. Er schemert wel wat aan de horizon, maar er is nog altijd geen ferm besluit over genomen. En dat kan nog vele jaren duren. Europa is groot en breed en diep: het gaat niet zo snel als je zou willen.”
Of we daarop moeten gaan zitten wachten, vraagt Koolmees zich af. „Acht jaar geleden schoven banken het ook al vooruit vanwege technische moeilijkheden en nu is er weer hetzelfde excuus. Een paar jaar geduld heb ik nog wel, maar het moet niet veel langer worden. En als dat nieuwe Europese nummer er misschien wel nooit komt, kunnen we net zo goed nu direct een beslissing nemen: van langer wachten wordt de kwestie niet goedkoper”, stelt Koolmees, wat Wouterse van Equens bevestigd.
De kosten hoeven uiteindelijk het probleem niet te zijn, zegt hij. „Natuurlijk, enkele honderden miljoenen euro’s is een hoop geld, maar vergeet niet dat deze kosten eenmalig zijn. Vervolgens heb je vanaf dat moment wél permanent de concurrentie te pakken die we op de Nederlandse betaalmarkt al jarenlang zoeken.”
Plezierige belemmering voor banken
Bij Triodos Bank zien ze nummerportabiliteit liever vandaag dan morgen verplicht worden, stelt woordvoerder Maarten Thijs. De bank die zich, evenals concurrent ASN Bank, afficheert als duurzaam, roept hier volgens hem al langer toe op. Thijs: „De onmogelijkheid van nummerportabiliteit is een plezierige belemmering voor banken. Als mensen denken dat het lastig is, gaan ze niet.”
De bank heeft aan overstappers overigens geen gebrek de laatste jaren, stelt Thijs. Mede door de kredietcrisis, staatsgaranties, de ophef over hoge bonussen en beleggingen in wapens of rommelhypotheken groeit Triodos als kool, jaarlijks met zo’n 25 procent. Thijs: „In de dagen na de recente ophef over de bonus van ING-topman Hommen schreven we dagelijks 300 tot 400 nieuwe klanten in. De verwachting is dat we nog dit jaar de 200.000e klant mogen verwelkomen.”
Desondanks ziet Triodos mensen liever vanuit positieve overwegingen voor hem kiezen, dan wegens ontevredenheid over hun huidige bank, zegt de woordvoerder. „Zo laten we als enige bank ter wereld op de site exact zien waar je geld eigenlijk blijft. Iemand die geld over heeft, zet het weg tegen een aardig rendement. Wij lenen het vervolgens uit aan ondernemers die er mooie dingen mee kunnen doen. Bankieren kán dus simpel zijn.”