Speelgoedzaak op vingers getikt om hoofddoek
UTRECHT (ANP) – De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft een speelgoedzaak uit Almelo op de vingers getikt. De winkel zou een Marokkaanse werkneemster niet meer hebben ingeroosterd omdat ze weigerde haar hoofddoek af te doen.
De speelgoedwinkel uit Almelo heeft met het hoofddoekverbod verboden onderscheid op grond van godsdienst gemaakt, zo stelt de commissie in een oordeel dat zij gisteren naar buiten heeft gebracht.
Haar baas vroeg het tienermeisje in april vorig jaar of ze haar hoofddoek af wilde doen op het werk. Op dat moment werkte ze al ongeveer een jaar met bedekt hoofd in de winkel.
De reden voor het verzoek van de leidinggevende was dat een klant had aangegeven niet te willen worden geholpen door iemand met een hoofddoek. Het meisje weigerde haar hoofddoek echter af te doen. Om die reden zou ze uit het rooster zijn verwijderd.
De CGB vindt dat een winkel niet in mag gaan op klachten van klanten die „zijn ingegeven door problemen die zij hebben met de godsdienst van de werkneemster en de uiting die zij daaraan geeft door het dragen van een hoofddoek.” „Dergelijke wensen van klanten zijn discriminerend”, zo schrijft de CGB.
De speelgoedzaak had overigens tegenover de commissie betoogd dat ze het meisje niet had opgedragen zonder hoofddoek te werken, maar het haar slechts had gevraagd. De winkel zou het meisje uit het rooster hebben gehaald omdat ze furieus en intimiderend reageerde. Ook was ze met haar vader bij de winkel langsgekomen, waarbij het tweetal flink stond te schreeuwen en discriminerende opmerkingen maakte.
De commissie concludeert na bestudering van de zaak echter dat er geen sprake was van een verzoek, maar van een opdracht. Ook stelt ze dat het meisje niet meer hoefde te komen vanwege haar weigering. Uitspraken van de CGB zijn juridisch niet bindend.
In België ontstond eerder dit jaar ophef nadat een HEMA-vestiging het contract van een islamitische caissière niet verlengde omdat ze haar hoofddoek niet wilde afdoen. Ook dat gebeurde nadat klanten over haar hadden geklaagd. Later kreeg de vrouw een baan aangeboden als magazijnbediende, maar die weigerde ze.