Pensioenfondsen in de problemen
Ruim een op de vijf pensioenfondsen heeft niet genoeg geld om zijn verplichtingen na te komen. Eind mei zaten 187 pensioenfondsen onder de dekkingsgraad van 105 procent die nodig is om in de toekomst alle gepensioneerden te kunnen betalen en wat geld achter de hand te houden voor tegenvallers.
De problemen komen voort uit de slechte rendementen van pensioenfondsen. Die zijn de afgelopen drie jaar 135 miljard euro, ofwel 30 procent, achtergebleven bij de verwachtingen. De opbrengsten uit beleggingen vielen zwaar tegen door de sluipende beurskrach, meldde de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) dinsdag bij de presentatie van haar jaarverslag.
Eind 2002 stonden 180 pensioenfondsen onder water. Ruim 350 fondsen hadden in mei onvoldoende vet op de botten om zich de komende jaren te weren tegen de grillige trekken van de aandelenmarkten, aldus de toezichthouder.
De pensioenfondsen van postbedrijf TPG en van telecomconcern KPN bleven ondanks een slecht beleggingsjaar in 2002 buiten de gevarenzone. Bij TPG zakte de dekkingsgraad (de verhouding tussen vermogen en pensioenverplichtingen) van 124 naar 106 procent, bij KPN van 119 naar 108 procent.
Bij deze cijfers is rekening gehouden met een extra premiestorting van de bedrijven, blijkt uit de jaarverslagen. Het pensioenfonds van TPG boekte vorig jaar een negatief beleggingsresultaat van 9,9 procent. Bij KPN was het 6,2 procent negatief.
De daling in de dekkingsgraad is getemperd doordat het bestuur al eerder besloot het belang van de zakelijke waarden in de beleggingsportefeuille (aandelen en vastgoed) te verminderen. Het percentage werd midden 2002 bij KPN vastgesteld op 40 procent, na een eerdere verlaging van 65 naar 55 procent. Bij TPG ging het vorig jaar van 65 naar 50 procent.
De pensioenfondsen die niet voldoen aan de dekkingsgraad van 105 procent moeten hun vermogen zo snel mogelijk op peil brengen. Bijna alle pensioenbeheerders hebben een herstelplan opgesteld om de problemen nog dit jaar het hoofd te bieden. Volgens de PVK blijkt daaruit dat de pensioenfondsen de tekorten willen wegwerken door premieverhogingen en bijstortingen van de werkgever.
„Het is nog lang niet op orde, maar het gaat de goede kant op. Als er op korte termijn niet opnieuw harde klappen vallen op de beurzen, komen de lekkages boven water”, zei PVK-voorzitter D. Witteveen in een toelichting over het herstel bij de fondsen. Hij waarschuwde dat de pensioenbeheerders tijd nodig hebben om orde op zaken te stellen. „Het is nog steeds guur weer. We hebben een aantal slechte jaren achter de rug en het ziet er niet naar uit dat het vanaf morgen beter is.”
De PVK hoeft overigens steeds minder pensioenfondsen in de gaten te houden. Afgelopen jaar zijn er 35 verdwenen, waardoor de teller op 926 kwam te staan. Nog eens 135 pensioenfondsen willen zichzelf opheffen. De toezichthouder wijt de krimp aan opheffingen, fusies tussen pensioenfondsen en aan aansluiting van ondernemingsfondsen bij een groter bedrijfstakpensioenfonds.
De verzekeraars, die eveneens onder toezicht van de PVK staan, voelden in 2002 nog altijd de gevolgen van de terreuraanslagen in de Verenigde Staten. Zij konden hun risico’s afgelopen jaar moeilijker onderbrengen bij herverzekeraars, die hun premies opschroefden en de mogelijkheden beknotten om met name terrorismerisico’s bij hen onder te brengen.
Samen met de daling van de beurskoersen brachten deze ontwikkelingen diverse verzekeraars in het nauw. De PVK heeft bij 45 verzekeraars in de boeken gekeken om te zien of hun financiële positie nog deugde. „In een enkel geval waren we genoodzaakt een sanerings- of financieringsplan op te vragen. Bij een aantal kleinere verzekeraars moest de PVK verdergaand ingrijpen”, aldus Witteveen.