Kille wind in China verraadt angst voor revolutie
APELDOORN – Er waait een ijskoude politieke wind door China. Zo beleven politieke dissidenten er zware tijden doordat ze in groten getale worden opgepakt. In enkele weken tijd zijn er zeker 55 achter slot en grendel gezet of kregen huisarrest.
Ook niet-geregistreerde christenen voelen de kille wind die vanuit de regeringsgebouwen de samenleving in waait. Zaterdag werd de voorganger van een van de grootste niet-geregistreerde kerken in de hoofdstad Peking, ds. Jin Tianming, gearresteerd. De man is voorganger van de rond duizend leden tellende Shouwanggemeente. Bij gebrek aan ruimte is hij genoodzaakt openluchtdiensten te houden, maar daar hebben de autoriteiten een stokje voor gestoken.
De harde aanpak van dissidenten en niet-geregistreerde christenen verraadt de nervositeit waarmee de autoriteiten in Peking de ontwikkelingen in de Arabische wereld gadeslaan.
Heeft zo’n opstand van het volk ook in China kans van slagen? Er zijn waarnemers die denken van niet. De (niet geheel irreële) hoop op een beter leven zou miljoenen Chinezen koest houden en die uitwerking zou ook de diepgewortelde vrees voor chaos hebben. Toch riekt deze prognose naar naïef optimisme, zeker nu de economische groei afremt, terwijl prijsstijgingen vooralsnog doorzetten en de gapende kloof tussen arm en rijk dus nóg groter gaat worden.
Bovendien doken direct nadat in Egypte Mubarak als president was verjaagd op het Chinese internet oproepen tot revolutie op. Iedere zondag moesten in dertien steden demonstranten bijeenkomen om de Chinese Jasmijnrevolutie in gang te zetten. De eersten die zich in die steden meldden waren evenwel hordes politieagenten. En overal in het land verdwenen dissidenten.
De in de VS wonende Chinawatcher dr. Willy Wo-Lap Lam meldde enkele weken terug dat redacties van Chinese media te verstaan was gegeven dat nieuws over de Arabische revoluties uitsluitend via het officiële staatsnieuwsagentschap Xinhua mocht worden verspreid. Verder blokkeerden de autoriteiten op de Chinese varianten van Facebook en Twitter alle termen en woorden die ook maar iets in de richting van de volksopstanden gingen.
Overigens signaleerde dr. Lam al eerder een conservatieve omslag in de Chinese politiek. Zo analyseerde hij voor de Amerikaanse denktank The Jamestown Foundation een regeringsdocument dat door de leden van het onlangs bijeengekomen Volkscongres was goedgekeurd (en dat de lange titel ”Twaalfde Blauwdruk voor de Economische en Sociale Ontwikkeling voor de periode van 2011 tot 2015” heeft). Wat Lam opviel was dat het document –een soort vijfjarenplan– volledig in het teken staat van de handhaving van rust en orde in de samenleving.
Een greep uit de concrete plannen. Peking werkt aan een landelijk systeem van ”yingji xitong” (snellereactieteams), om daarmee onrust snel de kop in te drukken. „Kennelijk is dat een antwoord op de naar schatting 100.000 massabetogingen die het land jaarlijks beroeren”, aldus Lam. De leiding over deze yingji xitong ligt bij de politie en het Chinese Volksleger. Aangevuld met (particuliere) experts op het terrein van openbare veiligheid vormen ze de harde kern van wat het ”wei-wensysteem” wordt genoemd: het stelsel voor de handhaving van de stabiliteit, dat in 2015 operationeel moet zijn. Dat Peking hoge prioriteit aan dit project geeft blijkt wel uit de begroting: voor dit jaar staat een bedrag van ruim 67 miljard euro klaar om het wei-wensysteem op te bouwen. Dat is bijna 2,5 miljard euro meer dan het budget voor de Chinese defensie.
De Amerikaans-Chinese onderzoeker Guobin Yang, kenner van internet in China, heeft er vorige week op gewezen dat een Jasmijnrevolutie op zijn Chinees zich veel subtieler voltrekt. Internet speelt daarbij ook in China een cruciale rol en de machthebbers gaan daar volgens Yang genuanceerd mee om. Ze beperken de toegang tot het web zodra onrust gevaarlijke vormen aanneemt, maar zullen die nooit volledig afsluiten. Dat zou veel te schadelijk zijn voor de economie en pas echt tot grote volkswoede leiden.
Chinese activisten reageren op hun beurt met soortgelijke acties op het web: geen keiharde confrontatie, maar subtiele provocatie. Nergens komt het tot nationale acties, altijd zijn die lokaal en tijdelijk. Waarop de autoriteiten dan weer reageren met een aanpak op ad-hocbasis en dus oppervlakkig. Gezien de werkelijke problemen van het land –gebrek aan democratie en het ontbreken van een rechtsstaat– komt dit kruimelwerk volgens Yang neer op het onder het vloerkleed vegen van het vuil.