Winkelier wordt genegeerd als het om koopzondagen gaat
Winkeliers in het midden- en kleinbedrijf willen niet nog meer koopzondagen (RD 16-4). De regeling voor koopzondagen bij de lokale politiek leggen, is dan ook onnodig en ongewenst, betoogt Peter Schalk.
Prachtig, eindelijk een onderzoek dat kijkt naar wat de gewone winkelier van koopzondagen vindt. Het resultaat is glashelder: 90 procent van de winkeliers vindt het welletjes of zou graag minder (51 procent) koopzondagen hebben. De conclusie ligt voor de hand: genoeg is genoeg.
Verbijsterend was daarom de conclusie die de organisatie in de kleding- en meubelbranche CBW-Mitex vervolgens uit haar eigen onderzoek trok. Namelijk dat koopzondagen maar het beste door de lokale politiek kunnen worden geregeld. Dat is eerlijk gezegd geen conclusie, maar gewoon de oude visie van deze organisatie, op het nieuwe onderzoek geplakt. Erger is dat hiermee D66 en GroenLinks in de kaart worden gespeeld. Die hebben een initiatiefwet in de Tweede Kamer aangeboden waarin ze het landelijke beleid willen omzetten in lokaal beleid.
Wat is er precies aan de hand? Sinds het eerste paarse kabinet is er heel wat gediscussieerd over koopzondagen. Destijds werd de Winkelsluitingswet veranderd in de Winkeltijdenwet, waarin werd geregeld dat winkels zes dagen per week open mogen van zes uur ’s morgens tot tien uur ’s avonds. Gemeenten mogen daarnaast twaalf koopzondagen aanwijzen. En ten slotte werd een toerismebepaling vastgesteld. Daarin is geregeld dat in toeristische gebieden de winkels meerdere zondagen open mogen.
Zeker, vanuit de gedachte van zondagsrust is deze lijn te betreuren. Het beste zou zijn als alle winkels alle zondagen gesloten waren, maar dat is nu eenmaal geen realiteit. Sterker nog, er zijn nog steeds gemeenten die proberen de marges van de toeristische bepaling op te rekken.
Gelukkig heeft het vorige kabinet een wetswijziging voorgesteld, waardoor er meer duidelijkheid is ontstaan over de toeristische bepaling. Daarbij is een belangrijk amendement van SGP’er Van der Staaij gehonoreerd, waardoor de belangen van kleinere winkeliers (lees: de mkb’er) en het winkelpersoneel moeten worden meegewogen. Het huidige kabinet heeft de aanscherping bij monde van minister Verhagen met verve verdedigd en door de Eerste Kamer geloodst.
Dit amendement was trouwens een meesterzet. Al jaren zijn juist de winkeliers en hun personeel speelbal geweest van de drang van de lokale politiek en het grootwinkelbedrijf tot zondagsopening. Terwijl juist die gewone winkelier ingrijpend geraakt wordt door koopzondagen. Denk aan de aantasting van de zondag als rustdag, aan de sociale gevolgen voor hen die (min of meer gedwongen) meedoen aan koopzondagen, aan de oneerlijke concurrentie die ontstaat door ongelijke openstelling van winkels. Reden genoeg om eens aan de winkeliers te vragen hoe ze er zelf over denken. En zoals gezegd, de winkeliers spreken duidelijke taal.
Over de cijfers geeft CBW-Mitex heldere informatie. De achterban is verdeeld. Eigenlijk wil alleen een deel van het GWB (grootwinkelbedrijf) meer koopzondagen, de mkb-winkelier wil er liever minder. Des te schrijnender is het dan dat de oude mening van de brancheorganisatie op het onderzoek is geplakt. Daarmee kiest CBW-Mitex partij voor het GWB, terwijl de gewone mkb-winkelier in de kou wordt gezet.
De voorzitter van de organisatie geeft toe dat dit besluit niet eenduidig is binnen zijn bestuur. Toch houdt hij de oude mening overeind. Vreemd genoeg verdedigt hij die zelfs door te stellen dat de toenemende druk op de zondag uiteindelijk niet is tegen te houden. Als die redenering zou gelden, dan zijn er heel wat dossiers waar we nu maar beter direct een punt achter zouden kunnen zetten. Dat zullen we dus maar niet doen.
Verder vindt de voorzitter dat winkeliers dan maar lokaal op de juiste partij moeten stemmen als ze de winkels in hun gemeente dicht willen houden op zondag. Een onhoudbare redenering. Winkeliers vormen nooit een meerderheid bij gemeenteraadsverkiezingen.
Ten slotte pleit CBW-Mitex voor een bindend draagvlakonderzoek. Nou leuk, maar dat staat al in de huidige wet, dankzij het SGP-amendement. Bovendien werkt het alleen als de inhoud bij wet wordt vastgesteld, anders krijgt het nooit een eerlijk bindend karakter. Daarbij zou trouwens de mening van de werknemers verdwijnen, hetgeen een kwalijke achteruitgang zou zijn.
Alles overziend heeft CBW-Mitex een belangrijk onderzoek onder winkeliers gehouden. De cijfers laten zien dat die het welletjes vinden. Kortom, verdere verruiming is onnodig en ongewenst. De huidige wet voldoet blijkbaar.
Het initiatiefwetsvoorstel van D66 en GroenLinks staat dan ook diametraal tegenover de wens van de mkb’ers. Hopelijk wordt het dan ook afgewezen door politici die de cijfers laten spreken en wél luisteren naar de stem van gewone winkeliers.
De auteur is werkzaam als raad van bestuur bij de RMU.