‘Apeldoorn’ stelt Kohlbrügge voor als klemtoon
Titel:
”Kohlbrügge. Zijn betekenis en zijn invloed”
Auteur: J. van Genderen
Uitgeverij: Theologische Universiteit Apeldoorn, 2003
ISBN 90 75847 13 0
Pagina’s: 76
Prijs: € 6,- (plus € 1,28 bij bestelling bij de universiteit, Wilhelminapark 4, 7316 BT Apeldoorn). Van de hand van de emeritus hoogleraar dr. J. van Genderen verscheen in de reeks ”Apeldoornse Studies” een leerzaam geschrift over de negentiende-eeuwse theoloog dr. H. F. Kohlbrügge.
Na een korte inleiding volgen drie hoofdstukken: hoofdmomenten uit het bewogen leven van Kohlbrügge, zijn betekenis, zijn invloed. Professor Van Genderen schrijft de ”u” met een umlaut, zoals Kohlbrügge zelf.
De auteur biedt veel in kort bestek. Hij vertelt in de inleiding dat de aanleiding tot het schrijven van deze korte studie niet alleen is gelegen in het feit dat het dit jaar twee eeuwen geleden is dat Kohlbrügge werd geboren. Ook de herkenning speelde een rol, omdat er maar „één theologie is, die de generaties verbindt en de kerk katholiek maakt: de theologie van het Kruis.”
De omstandigheid dat de bibliotheek van de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in 1987 werd verrijkt met de ”collectie Houthoff-De Groot” kwam de schrijver van pas, schrijft hij. In deze verzameling bevindt zich namelijk een groot aantal geschriften van en over Kohlbrügge.
In de ”Beknopte Gereformeerde Dogmatiek”, die professor Van Genderen samen met professor W. H. Velema in 1992 publiceerde, komt het gedachtegoed van Kohlbrügge slechts schaars voor. Heeft deze Apeldoornse studie ook iets van een ’Wiedergutmachung’?
Het boekje dat nu het licht zag, is met veel respect en sympathie voor de prediker van Elberfeld geschreven. Wel vind ik dat professor Van Genderen het typisch eigene dat kenmerkend is voor het theologisch denken en de prediking van Kohlbrügge te zeer als een accent, een klemtoon voorstelt. Kohlbrügge moet mijns inziens minder snel dan de schrijver doet naar Calvijn worden omgebogen: hij trekt vanuit de Reformatie lijnen door die méér zijn dan een accent alleen. Niet voor niets riep zijn prediking in zijn tijd veel weerstanden op - en zij doet dat nog.
Zijn tijd, dat was de tijd waarin streven naar deugd en braafheid gepredikt werd, of ernstig streven naar heiligheid. Daartegenin predikte Kohlbrügge radicaal de totale goddelijke genade voor totaal verloren mensenkinderen. Voor hen die daardoor geraakt werden, betekende deze prediking niet minder dan een bevrijding vanonder het juk van een dienstbaarheid. En ook in later tijd is en wordt deze prediking als zodanig ervaren.
Het komt mij voor dat Kohlbrügge terecht tegen de achtergrond van Luther en Calvijn, samen met het Réveil wordt gezien. Het Reveil, méér dan de Nadere Reformatie. Ook passeert een aantal leerlingen van de Elberfeldse prediker de revue; theologen die, omdat zij de Doleantie afwezen, door Kuyper als ”neo-kohlbrüggianen” werden bestempeld. De nog bestaande vriendenkring en het blad ”Ecclesia”, dat thans zijn 94e jaargang beleeft, heeft de schrijver niet vergeten. Hij stemt in met de waardering die dr. O. Noordmans voor Kohlbrügge heeft getoond en besluit met een aanhaling van ds. S. Gerssen, die een geestverwant van Kohlbrügge was.
Eén correctie naar aanleiding van noot 71: F. M. Th. (de Liagre) Böhl was geen kleinzoon van Kohlbrügge. Diens vader, prof. Eduard Böhl, hertrouwde na de dood van zijn eerste vrouw, Anna Kohlbrügge, met een baronesse Van Verschuer, Jacoba Frederica, die de moeder van F. M. Th. Böhl werd. Daardoor kon Eduard Böhl zijn schoonvader ook als oom aanspreken.