Verkwisten
Prediker 12:1
„Gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen…” Onze Zaligmaker zegt: „…zoekt eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid…” Vanwege onze blindheid en onze verdorven aard gebeurt het dat we eerst alle andere dingen zoeken eer wij God zoeken, Die alles en in allen is. Hoe vroeg wij ons ook opmaken om de dingen van deze wereld te zoeken –eer, rijkdom, vermaak–, toch menen wij dat wij te laat op zijn. Hoe laat wij ons ook begeven om goddelijke en hemelse dingen te zoeken, wij menen dat wij nog al heel vroeg beginnen. Zo weinig waard achten wij de algenoegzame God en alle goddelijke dingen.
Hierom vindt het ook vele malen plaats, door een rechtvaardig oordeel van God, dat wij al onze tijd verkwist hebben in het zoeken en najagen van vergankelijke dingen van deze wereld. Ten laatste worden wij dan gewaar, dat al deze dingen, die zo gezocht zijn, niet met al kunnen troosten, dewijl wij moeten sterven en naakt van hier moeten scheiden. Wij zouden ons dan graag schikken voor een betere opstanding. Het gebeurt, zeg ik, niet zelden door een rechtvaardig oordeel van God dat wij dan gewaar worden dat de bekwame tijd voorbij is. Ons schip begint dan te stoten aan de donkere bergen. De nacht waarin niemand kan werken, overvalt ons.
Joost van Laren, predikant te Vlissingen
(”Predikaties over bijzondere teksten”, 1670)